Nieuws

''Nederlandstalige Brusselaars moeten in hun eigen taal medische hulp kunnen genieten''




Op 3 juni 2022 was er een debat over  het belang van Nederlands in de woonzorg in de Commissie Gezondheid en Bijstand aan Personen. 
Hieronder vindt u de insteek van Khadija Zamouri


Ik dank collega Verstraeten voor zijn vraag en wil nogmaals op de ernst van de situatie wijzen. Zoals collega Rochette het daarnet al zei, gaan heel veel Nederlandstalige Brusselaars buiten het gewest op zoek naar medische hulp. Mijn eigen zoon gaat bijvoorbeeld naar de tandarts in Leuven. 

Waarom gaat hij helemaal naar Leuven? In de eerste plaats omdat de wachtlijsten in het UZ VUB heel lang zijn. Als je specifieke medische hulp of begeleiding nodig hebt, wordt het nog moeilijker, zelfs voor een Nederlandstalige die zich de moeite getroost om Frans te spreken, iets wat ik heel erg op prijs stel. 

We moeten er werkelijk voor zorgen dat alle Brusselse patiënten zich goed voelen in onze ziekenhuizen. We kunnen toch niet aanvaarden dat Nederlandstalige Brusselaars systematisch naar Vlaanderen gaan als ze een arts of medische verzorging nodig  hebben? Op die manier lijkt het of we de tweetaligheid van de Brusselse ziekenhuizen helemaal hebben opgegeven. 

De urgentie is het meest voelbaar bij de Nederlandstaligen. Een Frans- of anderstalige wordt nochtans ook het liefst in zijn taal geholpen als hij een medisch probleem heeft. 

Waar ik bang voor ben, is dat de toestand niet meer recht te trekken is. Ik hoor van verschillende kennissen dat ze systematisch hulp zoeken buiten het Bussels Gewest. Dat is niet wat we willen. Wij zijn allemaal Brusselaars en willen onze medische zorg zo veel mogelijk in ons eigen gewest krijgen. 

Ik hoop dat u de ernst van de situatie inziet. Het gaat immers om het intieme, dagelijkse leven van de Brusselaars. 

http://weblex.irisnet.be/data/arccc/biq/2021-22/00019/images.pdf


Na het antwoord van de minister, kadert Khadija de situatie nog verder:

Het aantal klachten is allicht een zeer grote onderschatting. Ik heb vier kinderen en in mijn eigen ervaringen met de zorg heb ik ook altijd de neiging om snel over te schakelen op het Frans, als ik zie dat de zorgverlener toch een beetje moeite doet om wat Nederlands te praten. Dat is de realiteit, maar dat zou niet zo mogen zijn.

Ik kan alleen maar hopen dat het schrijnend voorbeeld dat collega Verstraeten aanhaalt, een alleenstaand geval is. Zoiets is immers werkelijk verontrustend en maakt me zeer boos.

U zei dat u over tabellen beschikt met informatie over met wie u samenwerkt om ervoor te zorgen dat meer personeelsleden hun kennis van het Nederlands verbeteren. U zet steeds meer mensen en middelen in voor taalcursussen enzovoort.

Als we het probleem werkelijk willen aanpakken, moet u in kaart brengen hoeveel mensen er werkelijk weggaan wegens de taal en hoeveel dat doen wegens de specialiteit. Dat doen we immers ook voor het Nederlandstalig onderwijs. We volgen hoeveel leerlingen er van de Rand naar Brussel komen om naar school te gaan en hoeveel Brusselse kinderen er in de Rand naar school gaan. Dat doen we alleen om de situatie te kennen.