Geef de Brusselse Academies meer ademruimte
Vlaams Parlementslid Ann
Brusseel en Brussels Parlementslid Carla Dejonghe (Open Vld) vragen meer
aandacht voor de specifieke werkcontext van de Brusselse kunstacademies. “De
academies hebben nood aan meer flexibiliteit, zowel op financieel vlak als bij de
lessenreeksen,” aldus beide liberale parlementsleden.
Momenteel wordt geschreven aan
een decreet voor het deeltijds kunstonderwijs (DKO). Daarom vragen beide
parlementsleden nu aan Vlaams Minister van Onderwijs Hilde Crevits specifieke
aandacht te besteden aan de Brusselse kunstacademies.
Afgelopen september bevroeg Ann
Brusseel 569 leraren, gebruikers en directieleden verbonden aan het deeltijds
kunstonderwijs. Uit de bevraging bleek een duidelijke vraag naar flexibiliteit
en de verlaging van de instapleeftijd, waar de minister zich in kon vinden. “Het
is goed dat de minister de deuren van de academies nu ook openzet voor jongere
kinderen”, stelt Ann Brusseel. “Er is echter nog nood aan de
mogelijkheid om modulegericht te gaan werken. Academies kunnen zo inspelen op
de specifieke, lokale uitdagingen waar ze mee te maken hebben.”
Ook Carla Dejonghe erkent vanuit
het Brussels parlement de nood aan een nieuw regelgevend kader. Begin 2015
organiseerde ze al een kleinschalige enquête bij volwassen leerlingen van
kunstacademie RHoK. Uit haar bevraging bleek dat het inschrijvingsgeld erg hoog
is ten opzichte van soortgelijke initiatieven. “Het Brusselse DKO
krijgt vandaag af te rekenen met stevige concurrentie van haar Franstalige
tegenhanger. Die stellen zich al geruime tijd open voor jonge kinderen en
hanteren daarbij erg lage tarieven of werken zelfs met gratis
inschrijvingsgelden. Gezien het belang om Brusselse kinderen en volwassenen
zoveel mogelijk buiten de school(m)uren in aanraking te brengen met het
Nederlands, zou het nuttig zijn mochten de Nederlandstalige kunstacademies
hierop kunnen inspelen zodat ze daar ook een rol in kunnen spelen.”