Nieuws

René Coppens: "Overdreven kosten voor de renovatie van oude liften? Leg klacht neer!”




De huidige regelgeving in verband met de veiligheid van liften zorgt al jaren voor financiële kopzorgen bij eigenaars van oude gebouwen en appartementen. Omdat het kostenplaatje van de modernisering van historische liften volledig afhankelijk is van de methode die wordt gebruikt bij de risicoanalyse, worden eigenaars vaak nodeloos op kosten gejaagd. “Daar kan nu eindelijk verandering in komen”, aldus René Coppens. Als controlediensten en constructeurs bij de renovatie van een lift weigeren om de geschikte methode toe te passen, kunnen eigenaars en beheerders klacht neerleggen bij de dienst ‘Kwaliteit en Veiligheid’ van de FOD Economie.

Eigenaars en beheerders van een lift zijn sinds 2003 verplicht een risicoanalyse van hun lift te laten uitvoeren. De methode die hierbij wordt gebruikt, is echter niet altijd de meest geschikte. Coppens: “Zowel controleurs als constructeurs van liften houden vast aan een dure en vaak onnodige standaardrenovatie die niet beantwoordt aan de specifieke noden van de lift in kwestie.” De kosten voor de modernisering op basis van een standaardcontrole zijn daarom vaak omgekeerd evenredig met de veiligheidsrisico’s.  

Coppens wijst al jaar en dag op het bestaan van een door de wetgever erkend alternatief om oude liften te renoveren: de ‘methode Kinney’. Deze methode impliceert dat:

- de risicoanalyse zich toespitst op het specifieke karakter van de lift;

- de renovatie in functie staat van het reële veiligheidsrisico;

- het historisch karakter van de lift wordt gevrijwaard;

- de kosten voor de renovatie aanzienlijk lager zijn dan bij een standaardrenovatie.

De Externe Diensten voor Technische Controles (EDTC) die de risicoanalyses moeten uitvoeren, weigeren echter halsstarrig de methode Kinney toe te passen en constructeurs vertikken de nodige aanpassingen als gevolg van deze methode te realiseren. De enige EDTC die risicoanalyses deed door rekening te houden met de specificiteit van de lift, is daar onlangs mee gestopt wegens te moeilijk en onvoldoende winstgevend. “De bestaande wetgeving wordt in de praktijk dus niet toegepast”, zegt René Coppens. “De grootste slachtoffers hiervan zijn Brusselse eigenaars van appartementen en het Brussels cultuurpatrimonium. De winnaars zijn andermaal de grote liftfabrikanten, aangezien zij meer omzet genereren door de verplichte aanpassing aan de liften.”

De bevoegde minister, Rudi Vervoort, werd in het Brussels Hoofdstedelijk Parlement onlangs door René Coppens over deze problematiek ondervraagd. Vervoort erkent dat er problemen zijn met de toepassing van de bestaande wetgeving, maar zegt dat het gewest hiervoor niet bevoegd is. Hij zal er wel nauwgezet op toezien dat de veiligheidsnormen die de wetgever oplegt niet nadelig worden voor het behoud van het erfgoed in Brussel. Coppens is verheugd met het nieuws dat minister-president Rudi Vervoort de zaak verder zal opvolgen.

Brusselaars met vragen over de historische waarde van hun lift kunnen terecht bij de Directie Monumenten en Landschappen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

René Coppens
Brussels volksvertegenwoordiger