Nieuws

Carla Dejonghe over de beleidsverklaring: ''We worden welvarender door te innoveren, laten we van Brussel een echte 'smart city' maken.''




Na de aankondiging van de beleidsverklaring van het Brussels gewest, is parlementslid en fractievoorzitster Carla Dejonghe tijdens de plenaire vergadering van 22 oktober 2021 tussengekomen om de positie en het standpunt van Open Vld Brussel bekend te maken. Lees hieronder de volledige tussenkomst.


Mijnheer de Minister-President,

Waarde leden van de Brusselse regering,

Collega’s,


Ter voorbereiding van dit debat heb ik onze tussenkomst van vorig jaar herlezen. Ik heb ook die van het jaar daarvoor herlezen. Ik denk dat het niemand zal verbazen dat mijn tussenkomst ook dit jaar over de begroting zal gaan? Dus, we doen niet mee voor de prijs voor de meest originele tussenkomst.

 

Begrotingen en budgetten zijn vaak saai en alvast niet 'sexy' als onderwerp, maar wel essentieel. Elk voorstel, elk plan, elke visie op de toekomst van de stad, die de minister-president opsomde, moet op korte en lange termijn passen in één van de tabellen die we de komende maand uitgebreid gaan bespreken, commissie per commissie.

 

De minister-president heeft al de grote lijnen en het algemeen kader gegeven. Dit is én een besparingsbegroting, én een investeringsbegroting.

 

De impact van corona op de begroting is al veel minder groot, wat niet wegneemt dat 2 jaar corona nog zeer veel gevolgen heeft op onze economie en samenleving. Ik denk dan aan de versnelde toename van de pakjes en de delivery-economie, het telewerken, de kantoorruimten, de noden in de zorgsector, de dringende uitbouw van een eerstelijnszorg (zoals in het regeerakkoord vermeld staat en waar minister Maron bijvoorbeeld op wees in de pers als hij het had over de lage vaccinatiegraad). Het heeft ook een impact op de schuld uiteraard. Maar daar zullen we net als vorig jaar uitgebreid op terugkomen tijdens de besprekingen in commissie en plenaire. We gaan daar niet licht over. Dit is zeer belangrijk.

 

Maar de onmiddellijke impact aan financiële tegemoetkomingen en kosten voor 2022 is grotendeels afgebouwd. Het hernemen van de economie zorgt bovendien overal, ook in Brussel, voor groei en fiscale inkomsten. De minister van begroting raamde ze op 117 miljoen extra voor 2022.  Een extra bedrag bovenop hetgeen we al hadden meegenomen in onze meerjarenraming. 

 

En, zoals de minister-president het zeer terecht benadrukte, zonder nieuwe belastingen.

 

Een aantal sectoren zit nog lang niet terug op hun oude peil. Ik denk dan bvb. aan alle economische activiteiten gelinkt aan toerisme.

 

Maar ik denk dat we kunnen zeggen dat deze regering alert heeft gereageerd op de economische ravage die de COVID-crisis heeft veroorzaakt. In Brussel, in België en in heel Europa hebben regeringen in eerste instantie de koopkracht van de mensen bewaard en het economisch en sociaal weefsel ondersteund. En zoals u terecht heeft vermeld, mijnheer de minister-president, de meeste partijen hier in dit halfrond vertegenwoordigd, hebben op het een of ander niveau, lokaal, regionaal, federaal en zelfs Europees, daarin verantwoordelijkheid opgenomen.

 

Net als in de rest van Europa letten we er ook op, dat we de geleverde inspanning niet teniet te doen door nu snel en ondoordacht te sparen. Zo kunnen we tekorten niet recupereren. Neen. We blijven investeren. Met de steun van Europa trouwens.  

 

We gaan hier debatten hebben over de keuzes die we maken. Bijvoorbeeld over de 140 miljoen die we in 2022 sparen door investeringen iets uit te stellen. 140 miljoen op een massa van 1,3 miljard aan investeringen. Dit ligt ook in lijn met een natuurlijke onderbenutting van ongeveer 10% die je kan verwachten op investeringsprojecten.

Er zullen discussies zijn over de opportuniteit hier en daar. Maar niemand zal ontkennen dat we investeren en dat dit nu als overheid nodig is.

 

Er is een investering die voorlopig niet doorgaat op het ritme en de schaal die we hadden gehoopt en dat is Smart Move. De regering heeft voorlopig de geplande meerjareninkomsten geschrapt en gecompenseerd. We vermoeden dat er niets anders opzat, gezien het voorlopig uitblijven van een akkoord met de twee andere regio’s.

 

Europa wil het, Europa vraagt het van alle steden en regio’s. Het is een slim antwoord voor het klimaat, de stedelijke levenskwaliteit en de economie. Alle werkgeversorganisaties geven al jaren aan dat de files het grootste economische pijnpunt en kost is. Smart Move is en blijft een smart antwoord.

 

Er kan binnen Brussel, en met de twee andere regio’s over modaliteiten gesproken worden, … maar het principe … is gewoon slim. Het zal er ook komen. Alleen zullen we misschien geen voorloper zijn als gewest, maar een latere meeloper. Het zij zo. Ik hoop dat de medestanders van het concept, de ministers van begroting en van mobiliteit in eerste instantie, het project niet laten varen en blijven investeren in een toekomstige uitrol. We krijgen dan ook 51 miljoen euro van de EU in het kader van de zogenaamde “RRF”: de Faciliteit voor Herstel en Veerkracht, voor de ontwikkeling van de app en de aankoop van camera’s. Het pricing-component van het autogebruik zal relatief gemakkelijk toegevoegd worden, eens er een politiek akkoord is.

 

Ik heb al even verwezen naar de meer inkomsten, het spreiden in de tijd van een aantal investeringen.  We moeten het ook hebben over de besparingen. 105 miljoen. In een interview vorig weekend in De Morgen over economie, werd het beeld geschetst van strenge begrotingsnormen: een schip waar de bemanning met oordopjes in de oren Odysseus vastbindt aan de mast om niet te bezwijken voor de gezangen van de sirenes. Ik zag even een beeld van een kabinetschef met oordopjes in de oren die zijn minister vastbindt zodat hij geen cijfers kan toevoegen in de begrotingstabellen bij elke vraag van administraties, organisaties, verenigingen…

 

Het beeld is mooi, maar niet dadelijk van toepassing. De sirenezangen kunnen weleens zeer terechte vragen voor investeringen zijn, die zich terugverdienen. Het is belangrijk om goed het verschil te maken tussen investeringen en lopend beleid. De investeringen hebben het grootste multiplicatoreffect van alle overheidsuitgaven; ze hebben m.a.w. een positieve impact op de economische groei. Ze verhogen op langere termijn ook de productiecapaciteit van de economie, en bovendien kunnen publieke investeringen private investeringen stimuleren. De overheid is een belangrijke investeerder.

 

De metro is één van die investeringen. Het is groeibevorderend en een deel van de oplossing van de fileproblematiek. Ik zie met veel genoegen dat de werven zichtbaar worden. De minister van mobiliteit had terecht gezegd dat als we niet doen wat we hebben afgesproken, we onze geloofwaardigheid verliezen. Wel, we doen nu wat we hebben afgesproken.

 

De economische transitie vergt ook grote investeringen. De renovatie van de gebouwen om maar één belangrijk voorbeeld te geven.

 

En zoals ik vorig jaar al zei: als we vandaag niet zoeken naar economische groei door klimaatgerichte investeringen en hervormingen in onze economie, dan weet ik echt niet wanneer we het wel gaan doen. En zelfs in de meest ongunstige voorspellingen overstijgt de groei, de lasten op deze investeringen.

 

Maar voor het lopend beleid vragen we begrotingsdiscipline!

 

Willen we nieuw beleid, dan moeten we oud beleid schrappen of hervormen. In vorige tussenkomsten klonk het als: “Wees enthousiast over het ontwikkelen van nieuw beleid, maar wees even gedreven om te snoeien en te wieden”. Dus geen Odysseus aan een mast, maar een goede tuinman die weet wat hij plant en wat hij snoeit of uittrekt.

 

Een mooi voorbeeld van hervormd beleid is het concept van de ‘spending reviews’: beleidsevaluaties die het voeren van een verantwoordelijk begrotingsbeleid ondersteunen. We hebben er alle vertrouwen in, mijnheer de minister-president, dat u uw ploeg weet aan te sturen om elk jaar deze oefening loyaal en met ernst te doen. Dit jaar gaat het over 105 miljoen. Zo gaan we terug naar het evenwicht – groeibevorderende strategische investeringen buiten beschouwing – tegen 2024. Dat is elementair goed budgettair beleid.

 

Ik wil graag nog twee opmerkingen maken.

 

Eén. De minister van begroting liet zich ook ontvallen dat het belangrijk is dat Brussel haar zaakjes mooi op orde moet hebben in 2024, voor het geval de ene of andere over staatshervorming begint te onderhandelen. Het is niet goed om als vragende partij aan tafel aan te schuiven.

 

Ik voeg daar graag aan toe dat het ook goed is dat we als Brusselaars ons goed bewust moeten zijn van onze positie in dit mogelijk debat: we zijn als gewest een nettobetaler. De cijfers van de Nationale Bank en de studies van onder andere Willems Sas spreken boekdelen. Het heeft geen zin om geforceerd naar onze economie te kijken in termen van drie regio’s. Brussel is samen met Waals en Vlaams-Brabant een nettobetaler. Net als de provincie Antwerpen en Oost-Vlaanderen. Alle anderen provincies zijn ontvangers.  

 

De groeipolen, economisch in België, zijn inderdaad enerzijds de Brussels Metropolitan Region, en anderzijds de Vlaamse ruit Brussel-Gent-Antwerpen-Leuven. Als wij jaarlijks 1,3 miljard investeren, doen wij dat in de Brussels Metropolitan Region, in de Vlaamse Ruit en in heel de Belgische economie. Ik stel als Nederlandstalige Brusselaar de band met Vlaanderen uiteraard op prijs, maar dat betekent niet dat we ons als Brusselaars in een sociaal-economisch discours mogen laten duwen dat niet klopt.

 

Twee. De regionale strategie voor economische transitie krijgt vorm. Er is op tal van terreinen nood aan een mentaliteitsswitch. Dat beseffen we allemaal. Daarom werken we aan Good Move, Good Food, Renolution en het vijfde afvalplan.

 

Maar er is vooral nood aan innovatie. Samenlevingen worden welvarender, maar ook socialer, inclusiever, vrijer, (liberaler), door slimmer te worden. Dat geldt vandaag meer dan ooit.

 

Met Good Move – met smart move, met de metro, met “MaaS”, met de mogelijkheden die de uitrol van 5G ons zullen bieden, met de nieuwe fietsinfrastructuur en de vele aanvullende modi (deelfietsen, elektrische scooters, steps, elektrische deelwagens …), krijgt dat vorm op het vlak van mobiliteit.

 

Op Good Food is het nog wachten op de concrete invulling. Maar we hopen dat ook hier de hoofdbrok van de aandacht zal gaan naar de nieuwe technologische mogelijkheden in productie en transport van voeding met een lage ecologische voetafdruk.  Urban farming is iets anders dan een moestuin. Innovatie is ook hier de motor.

 

Naast mobiliteit is ook de energieprestatie van de gebouwen een grote uitdaging. Gebouwen zijn in Brussel goed voor 60% van de eigen CO2 uitstoot. Het is ook in de bouwsector dat we het verste staan in het toepassen van nieuwe technologieën en circulaire toepassingen op grote schaal.

Het plan voor Renolution zal naast technologie ook heel wat fiscale stimuli en een gigantische private investeringscapaciteit vergen. Naast slimme technologie zal er slimme fiscaliteit nodig zijn. Het verhogen van het abbatement, de vrijstelling op registratierechten, is een maatregel waarmee we de aankoop van een woning in Brussel voor alleenstaanden, voor de middenklasse, voor veel Brusselaars vergemakkelijken. De slimste fiscale hervorming van de 3 gewesten volgens tal van professoren. De verdere verhoging van dit abbatement, gekoppeld aan renovatie om zo de uitstoot terug te dringen én de energieprestatie te verbeteren van de woningen is een slimme fiscale hervorming op een slimme fiscale hervorming. Slim in het kwadraat. Ik feliciteer u en uw regering, de ministers van budget en leefmilieu hier graag voor.

 

Tot slot de vierde poot van de transitie is het afval. We zijn weldra aan het vijfde afvalplan. Het is nog wachten op een naam ervoor: smart waste of good garbage zijn opties. Ook hier is het van belang dat we volop inzetten op preventie én op technologie om circulariteit optimaal mogelijk te maken. Afval als grondstof.

 

Ik wou deze vier pijlers voor economische transitie even in de verf zetten, om als fractie onze steun voor dit beleid en doelstelling uit regeerakkoord nogmaals te onderstrepen. Het is belangrijk om deze oefening samen met alle economische actoren en met de nodige sociale correcties voort te zetten en vooral innovatie nooit uit het oog te verliezen als drijvende kracht. 

 

Mijnheer de voorzitter, ik besluit. U was onlangs aanwezig op de eerste dag van de meertaligheid. Eén van de drijvende krachten achter dit idee was Professor Rudi Janssens, de VUB-professor die meer dan 20 jaar terug de taalbarometer opstartte. Hij haalde heel de discussie over gebruik van talen in Brussel uit de politiek-communautaire wirwar van opvattingen en gaf de discussie een wetenschappelijke kader. Zijn pionierswerk ligt aan de basis van het beleid rond meertaligheid die deze regering mee heeft opgenomen in haar regeerakkoord en nu uitwerkt. Rudi Janssens zat op vraag van de Brusselse minister van meertaligheid in de raad voor meertaligheid. Hij is jammer genoeg dit jaar op het eind van de zomer overleden. 

Mijnheer de minister-president, u heeft gisteren het belang van meertaligheid nogmaals in de kijker gezet. Het leek me dan ook het gepaste moment om uw voornaamgenoot - Professor Rudi Janssens - even hulde te brengen.