Brussels volksvertegenwoordiger Carla Dejonghe (Open Vld) wil dat de MIVB in realtime communiceert over de drukte op haar netwerk. “In deze coronatijden moeten we overvolle metro’s, trams en bussen te allen tijde vermijden. Reizigers moeten daarom makkelijk informatie kunnen krijgen over de bezetting van de verschillende lijnen zodat ze hun verplaatsingen beter kunnen plannen. Technologie kan daarin een belangrijke rol spelen”, aldus Carla Dejonghe.

Nu de maatregelen in de strijd tegen het coronavirus langzaamaan worden versoepeld, is er ook een plan nodig om mensen langzaamaan weer op de metro, bus en tram te krijgen. De veiligheid van zowel de bestuurders als de reizigers moet hierbij vooropstaan. Daarbij is het vooral belangrijk om de afstandsmaatregelen te waarborgen. Met behulp van realtime informatie en slimme technologieën, kan de MIVB de drukte op haar net in realtime aan de reizigers communiceren om zo verplaatsingen beter te kunnen spreiden.

Carla Dejonghe: “Het systeem voor realtime informatie is de afgelopen jaren sterk verbeterd. Je kan tegenwoordig via applicaties, websites en digitale borden aan haltes bijna exact zien wanneer je bus of tram aan een halte zal stoppen. Een volgende logische stap is het ter beschikking stellen van realtime informatie over de drukte in de voertuigen. De reisplanner van de Nederlandse spoorwegmaatschappij NS bevat bijvoorbeeld al jaren een druktemelder. Reizigers melden zelf de drukte via de NS-app.”      

Open data voor een naadloze mobiliteit

Het zijn boeiende tijden qua stedelijke mobiliteit. De grenzen tussen publiek en privaat vervoer en tussen collectief en individueel vervoer vervagen. De stad is een mobiliteitslaboratorium. Naast de 4 grote vervoersmaatschappijen, komen er voortdurend nieuwe spelers bij die vervoersdiensten aanbieden: deelwagens, deelfietsen, deelsteps, betalend vervoer voor mensen met een handicap, enzovoort. Er wordt zelfs al geëxperimenteerd met zelfrijdende minibusjes en taxi’s in Brussel.

“Wie weet wat er nog allemaal op komst is. De MIVB voert momenteel een proefproject uit voor een geïntegreerde applicatie die het aanbod van een aantal publieke en private aanbieders op elkaar wil afstemmen. Dit kadert binnen het Mobility as a Service-concept. Ik vraag me echter af of de de prioriteit niet eerder bij open data moet komen te liggen. De bezetting, de betaalmodi, de communicatie, de uurroosters, de reservatie, de routeplanner, enzovoort. Deze data van alle operatoren, privé en publiek, de grote en de kleine, de reeds bestaande en de toekomstige… zouden opengesteld moeten worden. Op basis hiervan kunnen platformen mobiliteit op maat aanbieden. Echt multimodaal vervoer op de schaal van de gehele metropolitane regio”, verduidelijkt Carla Dejonghe.

Volgens Carla Dejonghe is het hét moment om verder te durven denken dan de ontwikkeling van een MaaS-applicatie met een beperkt aantal operatoren. “Een applicatie die de ideale route en de beste combinatie van vervoersmiddelen berekent, is zeker een nuttig instrument. Maar een naadloze mobiliteit, die alles naadloos in elkaar laat overgaan, vertrekt vanuit de behoefte van de gebruiker zelf eerder dan vanuit het aanbod van de vervoersoperatoren. Via open data kunnen ontwikkelaars aan de slag gaan om nieuwe applicaties te creëren die ook inspelen op de huidige en toekomstige behoeften. In deze coronatijden is het spreiden van verplaatsingen bijvoorbeeld een prioriteit waarop men snel moet kunnen inspelen”, besluit Carla Dejonghe.   

---