Nieuws

De bib van de toekomst! Hoorzittingen met Brusselse bibliothecarissen




Op dinsdag 27 maart organiseerde de commissie Cultuur van de Raad van de VGC hoorzittingen met Brusselse bibliothecarissen. Lees hieronder de tussenkomst en vragen van commissielid René Coppens.

Voorzitter, Collega’s,

Namens Open Vld wil ik de vier aanwezige bibliothecarissen bedanken voor hun aanwezigheid in deze commissie en voor hun bereidwillige medewerking aan onze werkzaamheden omtrent de toekomst van onze Brusselse bibliotheken. Ik ben ervan overtuigd dat uw inhoudelijke bijdrage ons werk in commissie zal voeden en verrijken.

Ik wil ook van de gelegenheid gebruikmaken om hulde te brengen aan alle Brusselse bibliothecarissen en bibliotheekmedewerkers. De maatschappelijke meerwaarde die bibliotheken dankzij jullie inzet genereren en de positieve impact ervan op het dagelijkse leven van onze inwoners, valt niet te onderschatten. Ik verwijs in dat verband graag naar mijn eerdere tussenkomsten over de brede maatschappelijke relevantie van openbare bibliotheken.

Ik begin mijn tussenkomst graag met enkele algemene vaststellingen, bedenkingen en suggesties die ik graag wil voorleggen aan de vier aanwezige bibliothecarissen om dan vervolgens enkele gerichte vragen te stellen aan elk van de aanwezigen afzonderlijk, rekening houdende met de specifieke context waarin elk van u functioneert. 

Er is de laatste jaren al heel wat gerealiseerd in het Brusselse bibliotheeklandschap. Als schepen van Nederlandse cultuur heb ik dat mogen ervaren van op de eerste rij. Er is Muntpunt, alle gemeenten hebben ondertussen een Nederlandstalige bibliotheek en er is bovendien een samenwerkingsverband tussen deze bibliotheken tot stand gekomen. Onze bibliotheken werken complementair, efficiënt en kunnen rekenen op sterke technische en inhoudelijke bovenlokale ondersteuning via het Streekgericht Bibliotheekbeleid. Dat bibliotheekmedewerkers elkaar via verschillende kanalen kunnen ontmoeten en good practices kunnen uitwisselen, is een grote verdienste. Natuurlijk is er ook altijd ruimte voor verbetering. 

Hoe moet de bibliotheek van de 21ste eeuw, gelet op een context van superdiversiteit en meertaligheid, er precies uitzien? Dat is de vraag die de denktank binnen het netwerk van Brusselse bibliotheken voorgeschoteld kreeg. Dat resulteerde vervolgens in de inspiratienota die we enkele maanden geleden in commissie voor de eerste keer besproken hebben. 

De bibliotheek heeft zich in de loop  van de geschiedenis elke keer opnieuw moeten heruitvinden en dat zal ze in de toekomst nog doen. In de visienota wordt terecht gesteld dat de bibliotheek van morgen toegankelijk is (in alle betekenissen van het woord) en aangepast aan de noden en behoeften van de individuele gebruiker en de gehele samenleving. Mijn vraag aan de aanwezige bibliothecarissen: Wat zijn volgens u de verwachtingen van de gebruikers ten aanzien van hun bibliotheek en in welke richting zal dat in de nabije en verre toekomst evolueren? Ik hoor dan ook graag de visie van mensen die dagelijkse in het werkveld staan. 

Van alle soorten bibliotheken die er bestaan, staat de openbare bibliotheek het dichtst bij de burgers. Inbedding in de lokale context is dan ook cruciaal. En vanuit die inbedding kunnen we de positie van het Nederlands op het lokale niveau nog beter verankeren en bestendigen.

Ik zie de werking van onze bibliotheken in zekere zin ook in functie van een zo breed mogelijke verspreiding van het Nederlands in Brussel. Een centrale plaats voor het Nederlands staat natuurlijk niet in de weg dat er ruimte is voor andere talen, zoals voorzien door het decreet. We willen onze taal juist zoveel mogelijk en op een open en positieve manier kunnen delen met anderen. Dat kan ook door middel van onze bibliotheken. Als een bib er bvb. met anderstalige boeken in slaagt om anderstalige Brusselaars aan te spreken en hen te laten kennismaken met het Nederlands, is dat een fantastische zaak, die bijdraagt tot sociale cohesie, culturele kruisbestuiving en gemeenschapsvorming. Maar daar ligt ook de uitdaging. Mijn vraag is dan: Hoe zien jullie de rol van de bib als verspreider van het Nederlands? 

Daaraan gekoppeld: Hoe kunnen we meer anderstalige kinderen (kinderen uit het Franstalig onderwijs) naar onze Nederlandstalige bibliotheken krijgen? Welke incentives kunnen onze bibliotheken daarvoor uitwerken? 

Performante communicatie is essentieel. Hoewel er al veel vooruitgang is geboekt, staan we mijns inziens nog altijd voor een uitdaging wat de zichtbaarheid van onze bibliotheken betreft. Op welke manier kunnen we onze bibliotheken nog zichtbaarder maken voor het brede publiek?