Nieuws

Ontslagen bij Inburgering en Integratie: 'Een triest verhaal'




Woensdag 28 februari: het nieuws dat bij het Agentschap Inburgering en Integratie de eerste 56 mensen - waaronder 13 personen die voor de Brusselse inburgering werken - raakt bekend. Het gaat over een eerste ontslagronde. Niemand van de personen die verantwoordelijkheid dragen (in de eerste plaats de bevoegde minister, de voorzitter of de leidend ambtenaar) laten weten hoeveel meer ontslagen zullen volgen. Het nieuws dat het circulerend aantal van 170 ontslagen ‘maar’ een cijfer is in het kader van de procedures voor de zogenaamde wet Renault is weinig geruststellend en is niet van die aard dat het vertrouwen herstelt in zij die verantwoordelijk zijn voor het beleid, bestuur en werking van dit Vlaams overheidsagentschap.

Als Vlaams parlementslid tijdens de vorige legislatuur volgde ik de oprichting van dit Agentschap op de oppositiebanken. Als Open Vld stelden we ons constructief op. De idee achter dit paradepaardje van de toenmalige minister bevoegd voor Integratie en Inburgering Geert Bourgeois was onze steun waard. Komaf maken met een wirwar van vzw’s. Meer uniformiteit van organisatie en beleid creëren voor heel Vlaanderen en Brussel. Het institutioneel verankeren van het inburgeringsbeleid. Het opzet was goed en een logische volgende stap in het inburgeringsbeleid dat ooit opgestart werd door Marino Keulen in vorige regeringen.

Het nieuws van de recente ontslagen is echter een pijnlijk bewijs van hoe goede ideeën door slecht beleid verkwanseld worden. Al van bij de conceptualisering liep het fout. Waar Antwerpen en Gent omwille van aanvaardbare argumenten uit het Agentschap werd gehouden, besliste de toenmalige regering om het Brusselse BON (Onthaalbureau Inburgering Brussel) wel in te kantelen. De argumenten die op Antwerpen en Gent van toepassing zijn (grootstedelijkheid, aantal nieuwkomers, …) bleken blijkbaar niet van toepassing op Brussel. Zou het kunnen dat de afweging om Antwerpen en Gent niet en Brussel wel in te kantelen niet te maken had met objectieve argumenten maar met politieke druk op en belangenverdediging binnen de Vlaamse Regering? Die was er blijkbaar wel voor Antwerpen en Gent en niet voor Brussel. Een gemiste kans, zeker met het oog op de verplichte inburgering die er deze legislatuur ook aankomt in Brussel.

Het idee van een agentschap ontstond en werd uitgewerkt op het toenmalig kabinet Bourgeois. De hele uitwerking werd dan ook een NV-A-verhaal. Veel pottenkijkers werden niet geduld. De belangrijkste posten werden binnen de partij verdeeld. Op zich is dat misschien geen schande. Maar als het dan deftig fout loopt – zoals nu overduidelijk blijkt – mag dit toch ook eens gezegd worden.

De aanzet en oprichting van het Agentschap gebeurde toen Geert Bourgeois verantwoordelijk was voor Inburgering en Integratie. Bij het begin van deze legislatuur kwam de verantwoordelijkheid in handen van zijn NV-A collega Liesbeth Homans. De adjunct kabinetschef van Geert Bourgeois – die de oprichting van het Agentschap op het kabinet had opgevolgd – versaste van het kabinet naar het Agentschap om er leidend ambtenaar te worden. De voorzitter van het agentschap werd de rijzende NV-A ster Zuhal Demir. Deze eigengereide voorzitster draagt een grote verantwoordelijkheid in de malaise waarmee het Agentschap vandaag geconfronteerd wordt. Maar dankzij een promotie als staatssecretaris vertrok ze net op tijd en liet ze het aan haar opvolger om de kastanjes uit het vuur te halen…

Vandaag richt de aandacht zich in dit dossier vooral op de ontslagen van werknemers. Wie dieper graaft weet dat dit de top van de ijsberg is. Het Agentschap werd van bij de oprichting mismeesterd. Waarom werd van de tijdelijke asielcrisis gebruik gemaakt van vaste contracten om tijdelijk personeel aan te werven? Hoe is de verhouding van het personeelscontingent van voor de asielcrisis met het uiteindelijk overblijvend contingent na de afvloeiingen? Wordt er bij de ontslagen ook gesnoeid in de Brusselwerking van het Agentschap en wordt hier dan abstractie gemaakt van de bijkomende impact van de nakende verplichting van inburgering in Brussel? Hoe staat het met het personeelsverloop bij het Agentschap? Hoe zit het met langdurige afwezigheden bij het personeel? Hoe zit het met de loonspanning tussen de salarissen van het topmanagement en de rest van de organisatie? Waarom bleek bij een bezoek van de commissie Integratie en Inburgering aan het Agentschap op 27 februari dat het exponentieel dure informaticasysteem nog altijd niet werkt zoals het hoort te werken? Het afhouden van de vraag van GROEN! naar een externe audit lijkt niet toevallig te zijn.

Er wordt vanuit de NVA vaak neergekeken op de bestuurscultuur in Brussel, maar hier hebben we een Vlaams voorbeeld van een mismeesterd dossier dat ook kan ook tellen. Mijn NV-A collega’s in het Brussels parlement lieten deze legislatuur geen kans liggen om met enig dedain in te hakken op het Brussels beleid rond verplichte inburgering. Hun kritiek vervalt in het niets als we vandaag de stand der dingen opmaken van het Agentschap Inburgering en Integratie. Een reden om op eigen NV-A borst te kloppen is er niet!

Met zicht op de enorme uitdaging om - trouwens samen met de Vlaamse Gemeenschap én het Vlaams Agentschap Integratie en Inburgering – in Brussel de inburgering te verplichten wil ik toch even de volgende conclusies onderlijnen.

Ja, Vlaanderen is een voortrekker op het vlak van inburgering. Ja, Brussel heeft te lang gewacht met een beleid om nieuwkomers via een verplicht aanbod te begeleiden en kansen te geven. Maar hoe Vlaanderen omgaat met zijn Agentschap Integratie en Inburgering is geen voorbeeld dat in Brussel moet gevolgd worden.

 https://www.bruzz.be/opinie/ontslagen-bij-inburgering-en-integratie-een-triest-verhaal-2018-03-08 opiniestuk verschenen in de krant Bruzz van woensdag 7 maart 2018