Nieuws

Coppens peilt naar stand van zaken neutrale afscheidsruimten




In de commissie Binnenlandse Zaken van het Brussels Parlement ondervroeg René Coppens minister-president Vervoort over de stand van zaken betreffende de neutrale afscheidsruimten in Brussel. Lees hieronder de vraag en de antwoorden van de minister-president.


Een uitvaart is voor de omgeving van de overledene een belangrijk onderdeel in het rouwproces. Een uitvaartplechtigheid die beantwoordt aan het wereldbeeld en de wensen van de gestorvene en de nabestaanden, geeft familie en vrienden de kans om op een waardige manier afscheid te nemen van hun dierbaren.

 

Brussel is vandaag een miljoenenstad met een bevolking die zal blijven groeien, steeds ouder wordt en op cultureel, religieus en levensbeschouwelijk vlak superdivers is. Gelet op de enorme toename van het inwonersaantal, de filosofische diversiteit en de beperkte mobiliteit van ouderen, is er dus dringend nood aan meer neutrale afscheidsruimten.

 

Bij ordonnantie van 30 april 2009 tot wijziging van de ordonnantie van 16 juli 1998 betreffende de toekenning van subsidies om investeringen van openbaar nut aan te moedigen, werd de bouw en de renovatie van gebouwen die bestemd zijn voor de begrafenisplechtigheden subsidieerbaar door het Gewest. Ik had de minister-president in dat verband graag opnieuw enkele vragen gesteld.

 

1. Brussel telt tot op heden slechts één crematorium. Een tweede in Evere is voorzien. Wat is de huidige stand van zaken in verband met de bouw van het crematorium?


2. Uit uw antwoord op een eerdere vraag blijkt dat het crematorium van Evere een neutrale onthaalruimte zal voorzien. Kan de minister-president bevestigen dat deze onthaalruimte ook effectief gebruikt kan worden voor uitvaartplechtigheden? Zal de onthaalruimte bij een plechtigheid kunnen ingericht worden in functie van ieders persoonlijke overtuiging?


3. Uit uw antwoord op een eerdere vraag blijkt eveneens dat Jette en Koekelberg in het verleden gebruik hebben gemaakt van de gewestelijke subsidies voor de inrichting van een onthaalruimte op de begraafplaats. Dat is een goede zaak, waarvoor ik de regering en de gemeenten in kwestie ook wil feliciteren. Kan de minister-president bevestigen of deze onthaalruimten in Jette en Koekelberg ook geschikt zijn voor uitvaartplechtigheden? Worden die onthaalruimtes vandaag ook al effectief gebruikt voor afscheidsplechtigheden?


4. Wordt er voldoende gecommuniceerd over het bestaan van deze onthaalruimtes op de begraafplaatsen? Burgers kunnen immers pas gebruikmaken van deze onthaalruimtes als ze weet hebben van het bestaan ervan. Is de minister-president eventueel bereid om aan de gemeentebesturen indien nodig te vragen om de inwoners van de betrokken gemeenten beter te informeren over de mogelijkheden van deze onthaalruimten?

 

5. Zijn er intussen nog andere Brusselse gemeenten die subsidies hebben aangevraagd voor de bouw of renovatie van gebouwen die bestemd zijn voor begrafenisplechtigheden? Hoeveel hiervan hebben subsidies verkregen? Om welke gemeenten gaat het?

 

6. Acht de minister-president het nuttig om aangrenzende gemeenten eventueel te laten samenwerken met het oog op het inrichten van een gezamenlijke afscheidsruimte? Zo ja, welke acties kan u daarvoor ondernemen?


De minister-president liet weten het crematorium van Evere, dat in de loop van 2019 plechtig wordt geopend, wel degelijk een neutrale afscheidsruimte voorziet die geschikt is voor uitvaartplechtigheden. De twee reeds bestaande afscheidsruimten, één in Jette en één in Koekelberg, beschikken respectievelijk over een glaskoepel en twee afzonderlijke zalen. Begrafenisondernemers informeren de families over de mogelijkheid om de uitvaartplechtigheid te laten doorgaan in de neutrale afscheidsruimte. De minister-president staat positief tegenover de oprichting van neutrale afscheidsruimten en kondigt een nieuwe informatiecampagne voor de gemeentebesturen aan.