Nieuws

Brusselse Begroting 2018: regering blijft investeren in lokale sportinfrastructuur




Bij de begrotingsbesprekingen in de commissie Binnenlandse Zaken, kwamen niet alleen de lokale besturen aan bod, maar ook de investeringen voor gemeentelijke en supragemeentelijke sportinfrastructuur.

In de begroting van 2017 hebben we al kunnen zien dat de bevoegde staatssecretaris twee nieuwe basisallocaties had gecreëerd, in totaal goed voor meer dan 50 miljoen euro voor een periode van drie jaar. Enerzijds ten voordele van subsidies voor gemeentelijke sportinfrastructuur en anderzijds voor supragemeentelijke sportinfrastructuur. Dat betekent maar liefst een verdubbeling van het budget. Met deze initiatieven zal deze regering de Brusselaars beslist weer meer aan het bewegen krijgen. 

In 2017 werd in totaal meer dan 1,2 miljoen euro toegekend aan 18 verschillende projecten. 

Voor 2018 voorziet de staatssecretaris verhoogde percentages voor projecten die "in overeenstemming zijn met de prioriteiten die op gewestelijk niveau werden bepaald". Ik vroeg de bevoegde staatssecretaris te verduidelijken om welke prioriteiten het gaat.

Zoals iedereen intussen genoegzaam weet, is er in Brussel een groot tekort aan zwembaden. Hoewel er hier en daar beweging komt in het dossier, is er niettemin nog altijd veel werk aan de winkel. Het dossier van de zwembaden is niet alleen in de commissie Binnenlandse Zaken van het Brussels Parlement, maar ook in de Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie al verschillende keren onderwerp van discussie geweest. En niet onterecht natuurlijk. Het huidige aanbod voldoet niet aan de steeds groter wordende vraag en de bestaande sportinfrastructuur is daarenboven hier en daar ook sterk verouderd

Ik vind het dan ook jammer dat de staatssecretaris in haar beleidsbrief, in tegenstelling tot vorig jaar, niets vermeldt over het zwembadplan. Vandaar mijn vraag: hoeveel geld wordt er voorzien voor de financiering van de zwembaden en de renovatie van de bestaande zwembadinfrastructuur? 

Dat de regering zich inzet voor de totstandkoming van bovengemeentelijke sportinfrastructuur is een goede zaak. Zo kunnen de kosten gedeeld worden onder de verschillende deelnemende gemeenten. Straks wordt het zaak dat de verschillende beleidsniveaus in het Brussels Gewest nauw samenwerken en hun beleid op elkaar afstemmen.

Het is ook een genoegen om te lezen dat het Gewest verder zal investeren in buurtsportinfrastructuur, rekening houdende met de lokale noden en de behoeften van de bevolking. Ik ben ervan overtuigd dat dergelijke initiatieven de leefbaarheid in onze buurten danig bevordert.

In de beleidsbrief heeft wordt ook melding gemaakt van de oprichting van een Cel of Agentschap van sport, die de coördinatie en informatieverstrekking op het vlak van sportbeleid en sportinfrastructuur op zich zal nemen. Het is de eerste plaats positief dat hiermee voor een duidelijk aanspreekpunt wordt gezorgd. Dat maakt het voor de burgers ook duidelijk dat het Gewest zijn verantwoordelijkheid opneemt en initiatieven rond lokale sportinfrastructuur ondersteunt en financiert. Ik vroeg de bevoegde staatssecretaris om te verduidelijken onder welke vorm deze nieuwe instantie zal opereren. Wordt het eenvoudigweg een cel binnen de administratie of een nieuw op te richten agentschap? Ik hoop alleszins dat deze cel of dit agentschap zich de komende jaren prioritair zal bezighouden met de problematiek van de zwembadinfrastructuur.

Ik wens de staatssecretaris veel succes met de uitvoering van begroting en hoop dat de middelen wijs zullen besteed worden en dat de concrete resultaten wederom snel zichtbaar zullen zijn. 


René COPPENS