Nieuws

Lagere personenbelasting voor Brusselaar




Brussels minister van Financiën en Begroting Guy Vanhengel werkt aan een plan om de belastingen voor alle Brusselaars voordeliger, rechtvaardiger en eenvoudiger te maken. De fiscale hervorming, met een verlaging van de personenbelasting en de registratierechten, moet vooral de middenklasse ten goede komen. Bovendien wil hij met de hervorming ook nieuwe inwoners aantrekken.

Zeker is dat minister Vanhengel de 89 euro forfaitaire belastingen zal schrappen en de 1 procent agglomeratietaksen afschaffen. Er komt wel een verhoging van de onroerende voorheffing met 10%. Maar voor de Brusselaars wordt deze verhoging dus gecompenseerd door de afschaffing van de twee voornoemde belastingen. De redenering is dat vastgoedeigenaars die buiten Brussel wonen en er geen personenbelasting betalen, toch genieten van alle overheidsinvesteringen in Brussel, denk maar aan het openbaar vervoer, de wegen, de parken, de subsidies voor renovatie van de woning en de openbare netheid.

En dat is nog niet alles. Minister Vanhengel wil ook het wonen in Brussel goedkoper maken. In plaats van een woonbonus toe te kennen, zouden de registratierechten die men betaalt voor de eigen woning drastisch verlaagd worden. Vandaag is er een vrijstelling op een eerste schijf van 60.000 tot 75.000 euro. De vrijstelling zal opgetrokken worden tot 175.000 euro. Hiermee zal de koper 22.000 euro uitsparen. Dat zou vooral jonge mensen over de streep kunnen trekken. Bijvoorbeeld studenten die na hun studie in Brussel willen blijven.

Voorts stelt minister Vanhengel voor om de personenbelasting nog met 1% te verlagen door de fiscale aftrekbaarheid voor dienstencheques af te schaffen. De verlaging van de personenbelasting komt iedere Brusselaar ten goede, en niet alleen de mensen die dienstencheques gebruiken.

De fiscale hervorming is voorzien voor 1 januari 2017. Het rapport van tien fiscale experten is klaar en komt volgende week op de Brusselse ministerraad. Daarna zal nog veel overleg worden gepleegd met de collega’s ministers, het parlement, de gemeenten, het sociaal overleg enzovoort.

Wordt vervolgd.