Nieuws

Migranten van vandaag zijn de topondernemers van morgen




In het zo pas verschenen Oeso-rapport over integratie krijgt ons land een fikse veeg uit de pan. De Vlaamse overheid heeft met inburgering, integratie, onderwijs en beroepsopleiding alle sleutels in handen om migranten kansen te geven. Met een positieve visie op integratie kunnen de migranten van vandaag de Vlaamse topondernemers van morgen worden.


Wat hebben bedrijven als Apple, Mc Donalds, Colgate en Google met elkaar gemeen? Natuurlijk, het zijn wereldberoemde merken. Minder bekend is dat ze opgericht zijn door migranten of directe nakomelingen ervan. En op dat vlak zijn ze geen uitzondering: maar liefst 40% van de ondernemingen uit de Fortune 500 – een lijst van Amerika’s grootste bedrijven – zijn opgestart door ondernemers met een buitenlandse afkomst.

Vreemd genoeg blijven de kansen die migratie biedt in Vlaanderen vaak onderbelicht. Talrijke studies tonen hoe migratiestromen tot succesverhalen leiden. Nieuwkomers zorgen ervoor dat de werkende bevolking uitbreidt, net zoals vorige eeuw de intrede van vrouwen op de arbeidsmarkt dat deed. Dat komt goed van pas in het vergrijzend Europa van vandaag. Elke buitenlander die op een trein, vliegtuig of boot springt, is in wezen een opportuniteit. Maar natuurlijk heeft elk sociaal systeem ook grenzen. Vanzelfsprekend gaat grootschalige immigratie gepaard met samenlevingsproblemen. Eigenlijk worstelt migratie met dezelfde dilemma’s als vrije handel. Een vrije markt zonder spelregels is geen goed idee, maar de voordelen van de vrije markt overtreffen wel z’n mindere kantjes. Gek dat die mopperende consensus dan zelden naar voor komt wanneer het gaat over het vrij verkeer van personen. Anders dan bijvoorbeeld in de Verenigde Staten primeert bij ons vaak een negatieve connotatie boven het enorme opwaartse potentieel.

Potentieel: veel migranten hebben alles wat nodig is om een slome economie te revitaliseren. Ze zijn per definitie risiconemers. Allemaal waagden ze een lange tocht in de hoop op een beter en tegelijk onzeker bestaan. De drang om er hier wat van te maken is dan zeker aanwezig. Ook kunnen zij vaak steunen op een wereldwijd netwerk van mede-diaspora. Op plaatsen met een zwakke rechtstaat zijn vertrouwensbanden enorm belangrijk. Die blijven behouden wanneer mensen andere oorden opzoeken. Dankzij de combinatie van deze factoren schuilt er een toekomstige generatie van topondernemers in de duizenden nieuwkomers die jaarlijks bij ons aanbelanden.


Bovendien brengt migratie altijd een hele hoop economische creativiteit met zich mee. In een studie van de London School of Economics werden 7.400 Britse bedrijven onderzocht op hun innovatief vermogen. Ondernemingen opgezet door migranten hadden daarbij een aanzienlijke voorsprong. In de Verenigde Staten zijn ondernemers met buitenlandse afkomst dan weer disproportioneel hoog vertegenwoordigd bij het lanceren van technologische startbedrijven. Google en eBay zijn daarvan slechts het topje van de ijsberg. Eerder dan conventionele methoden te volgen, zoeken migranten naar nieuwe ideeën om succes te oogsten. Door de botsing daarvan met kennis in het gastland ontstaan andere manieren van denken. De toekomst van Europa zal voor een groot stuk afhangen van ons vermogen om zulke creatieve processen aan te trekken en om te zetten in productief ondernemerschap. Migratie kan daar veel aan bijdragen.


Als samenleving moet je daar natuurlijk wel eerst mee aan de slag. Want veel potentieel betekent doorgaans ook veel gemiste kansen. Hoe komt het dat landen als de VS, Canada en Australië grote migratiestromen schijnbaar probleemloos lijken te absorberen? Waarom blijven zij de grootste aantrekkingspool voor zowel laag geschoolde als hoogopgeleide arbeidskrachten? Eén ding hebben ze gemeen: een absoluut geloof in het emanciperend karakter van een open samenleving. Een doorsnee Canadees gaat ervan uit dat nieuwkomers een positief effect hebben op zijn welvaart. Diegene met weinig middelen zullen jobs doen waar autochtonen niet meer toe bereid zijn. Tegelijkertijd worden hoogopgeleide talenten aangetrokken door de dynamiek van creatieve omgevingen. Dat creëert een bonus op landen waar migratie al eens vaker als negatief wordt ervaren. Het is dan ook belangrijk die negatieve benadering om te buigen.
Wat de taak van de overheid daarin is? Eerlijk gezegd, een heel strak omlijnd antwoord daarop bestaat niet. Strikte maatregelen die de instroom beperken zullen altijd nodig zijn om een ontwrichting van de samenleving te voorkomen. Maar het zou alvast helpen wanneer we op elk beleidsniveau vooral de nadruk kunnen leggen op de troeven die er schuilen in migratie. Dan zouden nieuwkomers er zelf waarschijnlijk ook wat meer van overtuigd raken.


Met onderwijs, arbeidsmarkt en integratie heeft de Vlaamse overheid daarbij de sleutels tot succes in handen. Het OESO-rapport is dan ook een dringend signaal om deze bevoegdheden beter te gebruiken. Leer nieuwkomers zo snel mogelijk voldoende Nederlands om een beroepsopleiding te starten of verder te studeren. Laat niet een schepen van Vlaamse Zaken maar een van Onthaal en Integratie hen opwachten. Culpabiliseer nieuwe Vlamingen niet die vooruitgang boeken en de trein nemen om –stel je voor- uit de stad te gaan wonen. Hou elke potentiële schoonmaakster en loodgieter voor dat er hier kansen liggen en dat werken beloond wordt. En overtuig talentrijke buitenlandse wetenschappers om hier te blijven en te ondernemen, in plaats van enkel de universiteitsbibliotheek tijdelijk wat te verruimen. Kortom: haal het natuurlijke ondernemersinstinct in iedere nieuwkomer naar boven. We gaan er heel wat voor terugkrijgen.


Dit opinieartikel verscheen op 5/12/2012 in De Tijd.