Nieuws

René Coppens over het belang van sport




Op 12/05 besprak de plenaire vergadering van de raad van de VGC de nieuwe verordening betreffende het ondersteunende sportbeleid. René Coppens vestigde de aandacht op het belang van sport en de investeringen in sportinfrastructuur. Lees hieronder zijn tussenkomst.

Geachte Voorzitter, Geachte Collegeleden, Collega’s,

Fijn dat het sportbeleid nog eens op de politieke agenda staat. Ik zal proberen niet te herhalen wat ik reeds in commissie poneerde.

Collega’s,

Met het welbekende mantra mens sana in corpore sano is lang niet alles gezegd. Sport is meer dan alleen lichamelijke inspanningen leveren en fysieke prestaties neerzetten. Het gaat hier ook om een sociaal gebeuren waarvan de maatschappelijke impact maar al te vaak wordt onderschat. Sport bevordert sociale integratie, vergroot het zelfbewustzijn en leert mensen omgaan met winst en verlies. Vooral ‘tegen uw verlies kunnen’ lijkt mij een waardevolle eigenschap (ook in de politiek, trouwens). Ook belangrijke waarden zoals integriteit, collegialiteit, empathie en zelfdiscipline worden via sport overgedragen. Sport maakt een samenleving sterker, in alle betekenissen van het woord. 

Daarnaast is er ook de verbindende factor. Sportclubs, verenigingen en sportieve manifestaties brengen Brusselaars met de meest diverse achtergronden samen; mensen die elkaar in andere omstandigheden misschien nooit zouden hebben ontmoet. Die Brusselaars hebben alleszins één ding gemeen: de goesting om samen hun geliefkoosde sportdiscipline te beoefenen of te beleven. 

Sport draagt daarom ook bij tot sociale cohesie, zeker in een stedelijk weefsel dat gekenmerkt wordt door sociale en culturele superdiversiteit. En uiteraard mogen we ook de economische impact van de sportindustrie niet vergeten. 

Om al deze redenen keek ik reikhalzend uit naar voorliggend ontwerp van verordening dat het reeds bestaande ondersteunde sportbeleid van de VGC actualiseert, rationaliseert, harmoniseert en dus ook nieuw leven inblaast.

Mevrouw de Voorzitter,

Zoals het Collegelid in zijn beleidsnota en beleidsverklaring heeft beloofd, vestigt deze verordening de aandacht op kwaliteitsbewaking en professionalisering. Zo voorziet de verordening in subsidies voor kwaliteitsvolle sportbegeleiding, voor kwaliteitsvolle sportinfrastructuur en voor deelname aan sportgerichte kadervorming. Dit uiteraard in het belang van organisatoren en sporters. 

Tenslotte nog een woordje over de sportinfrastructuur. Hiervan is het reeds genoegzaam bekend dat de noden in onze hoofdstad hoog zijn. Ik ben dan ook verheugd dat deze verordening via de investeringssubsidies ten volle inzet om te voldoen aan de materiële voorwaarden die essentieel zijn voor het optimaal beleven en beoefenen van sport. In dat verband heeft de verordening niet enkel oog voor vernieuwing en renovatie, maar wordt ook gelet op duurzaamheid, energiezuinigheid en toegankelijkheid, waar ik ook in de schoot van de Raad al meermaals voor heb gepleit. 

Collega’s,

Afronden doe ik met een oproep. Het is de persoonlijke vrijheid van ieder individu om al dan niet aan sport te doen. Maar het kan natuurlijk ook geen kwaad om onze inwoners te stimuleren om op regelmatige basis en zo lang mogelijk aan lichaamsbeweging te doen, wat mij betreft bij voorkeur in een Nederlandstalig kader. Doeltreffende communicatie en sportpromotie zijn daarbij essentieel. Ook daar kan de VGC verder een rol van belang in spelen. Door enerzijds Brusselaars via verschillende kanalen op de hoogte te brengen van de diverse initiatieven en door anderzijds doelgericht te communiceren naar kinderen, jongeren, mensen van middelbare leeftijd en ouderen. Voor mij valt ook dát onder het ondersteunen van het sportaanbod. 

Ik wens het College veel succes met de uitvoering van deze verordening.