Nieuws

Toespraak ter gelegenheid van het Feest van de Vlaamse Gemeenschap




Mijnheer de Burgemeester,
Mijnheer de Voorzitter van De Zeyp,
Geachte volksvertegenwoordigers,
Waarde collega’s uit het Schepencollege en de Gemeenteraad,
Beste Ganshorenaars,

 

Eerst en vooral heet ik u allen van harte welkom op deze 11 juliviering in de mooie Raadszaal van ons Gemeentehuis.

 

Dit prachtige historische kader biedt de mogelijkheid om onze Vlaamse feestdag de nodige stijl en luister bij te zetten.

 

11 juli is de dag waarop de hechte band tussen de gemeente en haar Vlaamse inwoners en verenigingen wordt aangehaald, en dit mag vandaag nog uitdrukkelijker dan gewoonlijk. Als het van ons afhangt, zal die band overigens nooit worden verbroken.

 

Na de gebruikelijke toespraken worden drankjes en versnaperingen geserveerd en kan u genieten van het optreden van De Braave Joenges, naar mijn mening één van de tofste Brusselse muziekgroepen van het moment. U hebt het trouwens zelf reeds kunnen vaststellen.


Beste Ganshorenaars,

We bevinden ons aan de vooravond van 11 juli en dat betekent dat er traditiegetrouw veel wordt gespeecht. Tijd dus om iets te zeggen over Vlaanderen, over ons: Vlaamse Brusselaars, en over het Vlaamse culturele leven in Brussel.

 

Vanavond zal ik het hebben over één van de voornaamste pijlers van de Vlaamse cultuur: het bibliotheekwezen. Bibliotheken houden niet alleen ons literaire patrimonium levend, maar vervullen natuurlijk ook andere maatschappelijke functies. Daar kom ik zo meteen op terug.

 

Dames en heren,

Dat ik zo dadelijk iets mag zeggen over de rol van het Nederlandstalige openbare bibliotheekwezen is natuurlijk geen toeval.

 

Het heeft heel wat voeten in de aarde gehad, maar sinds begin dit jaar beschikt Ganshoren eindelijk over een afzonderlijke en volwaardige Nederlandstalige bibliotheek. Als Schepen van Nederlandse Cultuur verheugt het mij dat we er na vele jaren zijn in geslaagd de voormalige tweetalige gemeentelijke bibliotheek in de Beeckmansstraat te ontdubbelen.

 

Onze Nederlandstalige bibliotheek bevindt zich voorlopig nog op de eerste verdieping van gemeenschapscentrum ‘De Zeyp’, maar zal op termijn verhuizen naar haar definitief onderkomen in een nieuw dienstencentrum dat naast het bestaande gemeenschapscentrum zal worden opgetrokken. Ze is nu reeds in het bezit van een ruime collectie fictie, non-fictie, tijdschriften en kinderboeken, hoofdzakelijk in het Nederlands en het aanbod wordt geleidelijk aan uitgebreid.
Maar de ambities reiken verder. Zo mag ik met bijzonder veel genoegen aankondigen dat onze bibliothecaris na de zomer versterking zal krijgen van een nieuwe bibliotheekmedewerker, die ook halftijds wordt aangesteld. Op die manier blijft de permanentie in onze Nederlandstalige bibliotheek ten allen tijde verzekerd. Daarenboven is Ganshoren in blijde verwachting van een halftime cultuurfunctionaris.

 

Beste mensen,

Ik wil graag van de gelegenheid gebruikmaken om vanavond, naar aanleiding van het feest van de Vlaamse Gemeenschap, te onderstrepen dat een eigen bibliotheek onmisbaar is in onze gemeente, niet in het minst voor het behoud van de Vlaamse en Nederlandstalige aanwezigheid.

 

Ganshoren was tot voor kort één van de enige gemeenten in Vlaanderen en Brussel die geen eigen Nederlandstalige bibliotheek huisvestte. Anno 2015 beschikken 303 van de 308 Vlaamse gemeenten over een bibliotheekvoorziening. En van de 19 Brusselse gemeenten zijn er nu 18 met een Nederlandstalige bib, ondersteund door de Vlaamse Gemeenschapscommissie. Zo komen we alsnog tegemoet aan de wens van de vroegere Minister van Binnenlandse Zaken Alphonse Vandenpeerenboom, die er reeds in 1862 voor pleitte om in elke gemeente een volksbibliotheek te voorzien. Het heeft lang geduurd, maar we zijn er uiteindelijk toch zo goed als volledig in geslaagd.

 

Dames en heren,

Sommige mensen vragen zich af of de openbare bibliotheek in de hedendaagse, snel evoluerende kennismaatschappij nog van enig nut is. Een pertinente vraag, ware het niet dat de technologische ontwikkelingen van de voorbije jaren niet het einde van de bibliotheek betekenen, maar juist een nieuw begin inluiden. De geschiedenis leert immers dat bibliotheken, die tot de oudste instellingen van België behoren, de grote maatschappelijke omwentelingen telkens moeiteloos hebben doorstaan.

 

Een laagdrempelige bibliotheek, aangepast aan de noden van alle gebruikers (ook van de zwakkeren in onze samenleving), is voor de lokale besturen een onmisbare partner in het realiseren van bepaalde maatschappelijke doelstellingen. Romans en andere literaire genres maken van de bib in de eerste plaats een cultuurtempel, waarin anderstaligen en laaggeletterden zich ongedwongen en op het eigen ritme vertrouwd kunnen maken met de Nederlandse taal en de Vlaamse cultuur.

 

Maar ze is meer dan dat. De bibliotheek is ook een kenniscentrum waarin bezoekers informatie in de eigen taal kunnen vergaren. Door de alomtegenwoordigheid van het wereldwijde web is dat echter niet langer een evidentie. Daarom is voor de bibliotheek van vandaag ook de belangrijke rol van gids weggelegd, die mensen begeleidt in het zoeken naar betrouwbare informatie.

 

De openbare bibliotheek is als ontmoetingsplek ook een sociaal gebeuren. Mensen lezen er rustig een tijdschrift, een krant en komen in contact met andere bezoekers. Er ontstaan leesclubs en er vinden culturele manifestaties plaats. De bib draagt op die manier dus bij tot gemeenschapsvorming.

 

Daarnaast vervult de openbare bibliotheek ook een educatieve rol. Ze is een leeromgeving waar burgers met allerlei vragen terechtkunnen, waar zij zichzelf creatief kunnen ontplooien en waar de mogelijkheid tot zelfstudie wordt geboden. Vooral tijdens de examenperiodes zitten cultuurcentra en bibliotheken overvol met blokkende studenten, ook in De Zeyp. Ze vinden er de nodige stilte en stimuleren elkaar. Zien studeren, doet studeren.

 

Het mag dus duidelijk zijn dat het maatschappelijk belang van de openbare bibliotheek zich niet louter beperkt tot het uitlenen van boeken.

 

Beste mensen,

Ik rond af. Op de vooravond van de Vlaamse feestdag het woord te hebben mogen voeren, was voor mij een voorrecht.

 

Laten wij er vanavond en morgen een mooi feest van maken, een spetterend volksfeest. 11 juli is immers ónze feestdag, de feestdag van ons allemaal.

 

Mij rest nu enkel nog de aangename taak u uit te nodigen op de receptie die u wordt aangeboden door het gemeentebestuur. Laat de kurken knallen en de glazen aanrukken!

 

Ik richt graag nog een woord van dank aan het personeel dat zich steeds op schitterende wijze inzet.

 

Ik dank u voor uw aandacht en wens u nog een prettige avond.


René COPPENS
Schepen van Nederlandse Cultuur

(Alleen het gesproken woord telt)