Nieuws

Micromobiliteitsoplossingen introduceren in Brussel




Bij de plenaire vergadering van het Brussels Hoofdstedelijk Parlement nam Khadija Zamouri het woord in de plaats van Mevrouw Dejonghe.

Er is een probleem met de micromobiliteitsoplossingen. In dit grondige voorstel gaan we ver genoeg om de dringendste problemen aan te pakken. Khadija Zamouri is er van overtuigd dat iedereen hier wel bij zal varen. 

Mevrouw Dejonghe, die de commissievergaderingen heeft bijgewoond, is verhinderd. Ik neem het woord in haar plaats. 

De huidige aanbieders komen tegemoet aan de grote vraag naar micromobiliteitsoplossingen. Het is normaal dat daar heel wat problemen bij komen kijken, dat is altijd zo met nieuwe trends. Die problemen moeten worden aangepakt, maar ze zijn niet allemaal even dringend. Daarom werd besloten om eerst grondig de belangrijkste aan te pakken. Met dit voorstel van ordonnantie gebeurt dat ook. In naam van mevrouw Dejonghe wil ik de collega's van de meerderheid bedanken voor het constructieve overleg en de uitstekende samenwerking. 

De heer Verstraete zei het al: er is niet over één nacht ijs gegaan. De meerderheidspartijen hebben lang aan deze tekst gewerkt. Ze kwamen meermaals samen en bespraken elk amendement tot in de puntjes. Dit voorstel van ordonnantie is een belangrijke stap om het nieuwe fenomeen van de micromobiliteit te reguleren. Die micromobiliteit bestaat uit een brede waaier aan diensten. Zoals al vaker gezegd, is Brussel een laboratorium voor nieuwe vormen van mobiliteit en nieuwe technologische toepassingen. Nieuwe tendenzen duiken vaak hier op voordat ze zich naar andere Belgische steden verspreiden. Daarom moet Brussel ook vaak als eerste een versnelling hoger schakelen. 

De laatste jaren hebben we duidelijk gezien dat de grenzen tussen privévervoer en openbaar vervoer steeds meer vervagen. Een voorbeeld daarvan zijn mensen die bijvoorbeeld een Billy Bike huren en die afwisselend met de diensten van de MIVB gebruiken. Die gebruikers staan er niet bij stil dat het ene een privé-initiatief en het andere een overheidsinitiatief is. Zolang het maar werkt, denken ze. 

Dat wil mijn fractie ook stimuleren: het recht op een vrije economische activiteit enerzijds en vrij economisch verkeer anderzijds. We juichen publiek-private samenwerkingen dan ook toe. Die houden alleen voordelen in. Daarom zijn we voor dit voorstel in gesprek gegaan met verschillende privépartners. We moeten met een open blik naar de toekomst kijken en die experimenten ruimte geven. We moeten er echter ook voor zorgen dat ze in goede banen worden geleid en dat iedereen zich zo veilig mogelijk op de weg kan begeven. Als zo'n nieuw fenomeen plots uit het niets opduikt en massaal wordt aangeboden door meerdere operatoren, is het regelgevende kader vaak niet aangepast. We hebben dat tijdens de coronacrisis jammer genoeg meegemaakt en dat proces is alleen maar versneld. 

Net zoals mevrouw Dejonghe in de commissie deed, neem ik ook graag mijn petje af voor al die kleine start-ups die van de ene op de andere dag een antwoord moesten vinden op die coronagebonden uitdagingen. Ze hebben dat meestal uitstekend gedaan, al hadden ze het financieel heel moeilijk. Ze hebben er alles aan gedaan om het hoofd boven water te houden en dat is maar goed ook. De stijgende vraag moet worden beantwoord door een groot aanbod. 

Meer aanbod betekent echter ook vaak meer gebruik, en dus jammer genoeg ook meer overtredingen, klachten en onduidelijkheden. Ook de operatoren zelf hebben daarover al hun nood geklaagd. Met dit voorstel van ordonnantie spitsen we ons toe op de drie grootste uitdagingen, waarop wij allemaal al weleens zijn aangesproken: het foutparkeren, de verkeersveiligheid en de naleving van de Wegcode, en tot slot de handhaving van de voorwaarden, gekoppeld aan vergunningen. 

We maakten gebruik van cruciale instrumenten om een antwoord te bieden op de problemen. De dropzones bestreken een te groot territorium en verschilden per aanbieder. Nu is het aan de wegbeheerder om een gereglementeerde dropzone in te voeren die digitaal en visueel afgebakend is en waarin enkel de deelvoertuigen mogen parkeren. Het is dus gedaan met steps die de weg blokkeren en er komt een duidelijk kader. 

Daarnaast hebben we de termijn om inbreuken recht te zetten, teruggebracht van 24 naar 12 uur. Ook wat de schorsing en vergunningen betreft, hebben we wat aan de termijnen en voorwaarden gesleuteld. 

Vervolgens kwamen we bij het belangrijke punt van de verkeersveiligheid. Door de snelle modernisering van micromobiliteitsvoertuigen ontstond er een hiaat in de veiligheidsvoorschriften. In ziekenhuizen zag men een forse stijging van het aantal ongevallen met microvoertuigen. Om die reden hebben operatoren in het verleden hun voertuigen weleens uit de markt gehaald. Dat probleem moest dus dringend worden aangepakt. De Wegcode legt wel regels op aan de verschillende categorieën, maar die regels worden niet altijd opgevolgd. Daarom stellen we voor de hulpaandrijving van de voertuigen te begrenzen, waardoor het bijna onmogelijk wordt om de Wegcode niet te respecteren. 

Ik was gisteren nog getuige van een ongeval. Op de Gentsesteenweg reed de automobiliste vlak voor mij een man op een step aan, die met hoge snelheid aan kwam gereden. Ze wilde legaal parkeren, maar had de step niet gezien. De man op de step werd drie meter weg gekatapulteerd. Het was vreselijk om te zien en het komt waarschijnlijk geregeld voor. De hulpaandrijving van de microvoertuigen heeft vaak catastrofale gevolgen. 

Met het voorliggende beknopte, maar grondige voorstel gaan we ver genoeg om de dringendste problemen aan te pakken. Ik heb er alle vertrouwen in dat iedereen ons daarin zal volgen.

http://www.parlement.brussels/parlementaire-stukken/?lang=nl&doc_type=cri