Nieuws

Brusselse secundaire scholen laten leerlingen al proeven van job als leraar




Met het nieuwe VGC-project ‘Talent for Teaching’ wil Brussels minister Gatz (Open Vld) scholieren uit de derde graad secundair onderwijs laten proeven van lesgeven in het basisonderwijs of in de eerste graad van het secundair. De leerlingen worden zo geïnspireerd om een keuze te maken voor de lerarenopleiding. Het Onderwijscentrum Brussel van de VGC, expertisecentrum rond urban teaching, ontwikkelde het project in nauwe samenwerking met leerkrachten en de Koning Boudewijnstichting.

Het project Talent for Teaching ging van start tijdens het schooljaar 2020-2021. Drie scholen trapten met 21 leerlingen dit proefproject af. Dit schooljaar maakt Brussels minister Gatz, bevoegd voor onderwijs binnen de VGC, budget vrij om het aanbod trapsgewijs open te trekken naar alle Nederlandstalige secundaire scholen.

Dit project laat leerlingen die interesse hebben in een lerarenopleiding al tijdens minstens acht lesmomenten gespreid over minimaal zes weken proeven van het lerarenberoep. Het project mikt op verschillende soorten leerlingen: van scholieren die al overtuigd zijn dat ze leraar willen worden en willen weten welke leeftijd of vakgebied hen het meest ligt, tot scholieren die eens willen zien of leerkracht worden iets voor hen is.

Het Nederlandstalig onderwijs in Brussel groeit en hiervoor zijn veel leerkrachten nodig”, legt Brussels minister Sven Gatz uit. Gatz is in de VGC verantwoordelijk voor het Nederlandstalig onderwijs. “Er zijn nog altijd te weinig Brusselaars die in het Nederlandstalig onderwijs voor de klas staan. De doorstroom van ons secundair onderwijs naar de lerarenopleiding ligt laag. Daarom versterken we dit project, in aanvulling op acties die ook de Vlaamse Gemeenschap onderneemt om het lerarentekort terug te dringen.”

Natuurlijk worden de deelnemers aan het proefproject niet zomaar voor de leeuwen geworpen. De deelnemers beginnen als assisterende co-teacher in een nabijgelegen basisschool of in de eerste graad van hun eigen school. Het project wordt stap per stap opgebouwd. De leerlingen starten met schaduw- of observeermomenten om langzamerhand te evolueren naar co-teachen. Daarbij geven zij dan zelf een deel van de les, of begeleiden ze een kleiner groepje leerlingen van de klas.

De leerlingen krijgen ook feedback, zowel van hun eigen leerkracht of leerlingbegeleider als van de leerkracht in wiens klas ze terechtkomen. Het Onderwijscentrum Brussel (OCB) voorziet ook in ondersteuning om het project uit te werken samen met de school. Scholen die aan het project willen deelnemen, krijgen ook een draaiboek en inspiratiedocumenten aangereikt, naast een didactisch startpakket gericht op de leerling-leerkrachten.

Daarnaast krijgen de deelnemers aan het proefproject ook een beter inzicht in de lerarenopleiding. Per secundaire school die met tien leerlingen aan het proefproject deelneemt, komen er twee studenten van EHB en Odisee aan de aspirant-leerkrachten uitleg geven over de lerarenopleiding in hun hogeschool en vragen van de leerlingen beantwoorden. Na afloop van de stages volgt er nazorg, enerzijds door de uitsturende en de ontvangende school en anderzijds door de lerarenopleidingen, die via hun studenten de contacten met de scholieren blijven behouden.  

Dit project van de VGC werkt ook samen met de Koning Boudewijnstichting, die een gelijkaardig project in de Vlaamse Gemeenschap op poten zet. In maart 2022 komt er een gemeenschappelijke website en communicatiecampagne, die voor de scholen van het Nederlandstalig onderwijs in Brussel doorverwijst naar de VGC.

Secundaire scholen die aan het project willen deelnemen, kunnen meer informatie vinden op onderwijscentrumbrussel@vgc.be