Nieuws

Brussels gewest heeft als eerste een gezondheidsplan




Het terugdringen van de ongelijkheid op het vlak van de gezondheid. Dat is de grootste uitdaging van het gezondheidsplan van het Brussels gewest. De bevoegde ministers Guy Vanhengel en Didier Gosuin stelden het plan voor, meteen ook het eerste gezondheidsplan dat in België is opgesteld.

De voorbereidingen voor het plan begonnen reeds in oktober 2015. Bedoeling is het plan na het parlementair reces van 2018 voor te leggen aan het parlement. Het plan bestaat uit 3 pijlers, met 17 doelstellingen en 45 maatregelen. Het opstellen van het plan ging aan een grondige consultatieronde met alle Brusselse spelers op het gezondheidsveld vooraf. “Er is geen plek in de wereld waar de gezondheidsvoorzieningen zodanig uitgebreid zijn, als in Brussel. Het speelveld is ruim en het aanbod groot. De raadpleging heeft dan ook de nodige tijd gekost om nu een degelijk plan af te leveren”, zo verduidelijkte minister Guy Vanhengel.

Het terugdringen van de ongelijkheden is een eerste grote uitdaging, zo zei minister Guy Vanhengel op de persconferentie waar het plan werd voorgesteld. “De sociaal-economische ongelijkheid van de Brusselaars weerspiegelt zich immers ook in de gezondheidszorg”.

Paradox
Brussel is goed voor 18,2% van het BBP (Bruto Binnenlands Product), maar dit is in tegenstelling met het feit dat één op drie Brusselaars moet rondkomen met een inkomen dat onder de armoedegrens ligt. Eén op vijf Brusselaars leeft van een uitkering, hetzij via de werkloosheid of het OCMW. 
Overigens is het aandeel van ouderen (vooral 80-plussers) in Brussel hoog, precies de groep die het meeste zorg nodig heeft. 
Ook is de toegang tot zorg verbonden met het niveau van het diploma; 22% van de Brusselaars zoeken geen medische hulp of stellen dit uit. In België is dat 8,4%. Daarvan zijn de éénoudergezinnen het grootste probleem.

Aftoetsen
Om een en ander te verhelpen, moet gezondheid in alle beleidslijnen geïntegreerd worden. Dat heeft te maken met toegang tot de arbeidsmarkt (opleiding), mobiliteit, milieu (luchtverontreiniging), … waarbij beslissingen in die domeinen invloed hebben op de gezondheid. Bij elke beslissing moet afgetoetst worden of een genomen maatregel invloed heeft op de gezondheid van de burger. Ook de invoering van een gezondheidstoets kan bijdragen tot het sturen van het beleid. Om de eerstelijnszorg te versterken, is er een intermediaire gezondheidslijn, de “Lijn 0,5”. Bedoeling is kwetsbare patiënten die vaak uitgesloten zijn of geen toegang (meer) hebben tot zorg, te begeleiden naar de klassieke en de reguliere zorgcircuits. Aan de Dokters van de Wereld en aan de huisartsen zal gevraagd worden om een operationeel “0,5-“ plan uit te werken.

Kwetsbare groepen
Een tweede doelstelling van het plan is de vlotte toegang tot de gezondheidszorg en de preventie. Met aandacht voor kwetsbare groepen. Vaak zijn zij niet in orde met de sociale zekerheid, en hebben zij een gebrek aan middelen.

Rechtvaardig
Een derde doel is gezondheidszorg rechtvaardig houden, en dit vanaf de geboorte. Jonge mensen zijn de toekomst voor het Brussels gewest. Vandaar dat van bij de geboorte de zorg optimaal moet zijn. Kinderen moeten op vroege leeftijd aangemoedigd worden naar school te gaan.

Verder wordt geïnvesteerd in preventie voor zwangerschap, geboorte en baby’s die in minder gegoede gezinnen geboren worden. Het terugdringen van het aantal doodgeborenen en overlijdens bij geboortes is een prioriteit. Samen met organisaties als ONE, Kind en Gezin, de ziekenhuizen en huisartsen zal een “perinataliteitsplan” opgemaakt worden. 

Toegang voor iedereen
In een tweede pijler wordt een toegankelijk en samenhangend zorgtraject voor alle Brusselaars uitgebouwd. Met onder meer inzet op preventie, uitbreiding van de eerstelijnszorg, de communicatie tussen de zorgactoren en de patiënten verbeteren. Er start in dat verband een proefproject dikkedarmkankerscreening.

Beleidsobjectieven
“De derde pijler van het gezondheidsplan gaat over het verbeteren van het gezondheidsbeleid in het algemeen. Met als doel een globale visie over gezondheid in Brussel te ontwikkelen”, aldus minister Vanhengel. Daartoe moeten alle betrokkenen gemobiliseerd worden. 

De aanpak bevat zes objectieven:
• verhoging van de participatie van de patiënt;
• kwalitatieve zorg bieden;
• expertise ontwikkelen ten dienste van de patiënt;
• vastleggen van doelstellingen en rapportering;
• permanent overleg om bij te sturen;
• overleg met de andere politieke verantwoordelijken over de specifiek Brusselse situatie van de gezondheidszorg.