Nieuws

Eenvoudige en eenvormige hoteltaks voor het hele gewest




In het Brussels Gewest wordt de ‘gewestbelasting op de inrichting van toeristische logies’ ingevoerd. Het gaat om een belasting die de bestaande verschillende lokale belastingen die nu door de gemeenten worden geheven, vanaf 1 februari 2017, vervangt.  Hiermee wordt, na de fiscale hervorming, opnieuw een belangrijk deel van het Brusselse regeerakkoord gerealiseerd.


Minister van Financiën Guy Vanhengel beklemtoont dat deze vorm van belasting in het gewest wordt vereenvoudigd en geharmoniseerd, en dus nu voor alle gemeenten dezelfde zal zijn, wat een belangrijke eenvormigheid en transparantie van de Brusselse fiscaliteit voor de toeristische sector betekent.


Minister Vanhengel: “Het naast elkaar bestaan van die veelvoudige en uiteenlopende gemeentelijke reglementen is niet bevorderlijk voor de doorzichtigheid van de fiscaliteit”.


Het staat buiten kijf dat het gewest de vruchten van het toerisme plukt. Er vloeien echter ook kosten uit voort: bijvoorbeeld voor de veiligheid en de medische bijstand, de netheid (huisvuilophaling, het onderhoud van de riolen en de afvalwaterzuivering, …) en het vervoer. Deze ordonnantie heeft tot doel de toeristische sector, zoals in alle andere steden van de wereld, te laten bijdragen in deze financiële lasten.


Tarieven

Er wordt gekozen voor een forfaitaire belasting per nacht. Deze bedraagt 4 euro per effectief bezette kamer/overnachting, ongeacht het aantal gasten in de kamer. Ook de gemeentelijke opcentiemen zijn hier inbegrepen. Er is een tarief van 3 euro voorzien voor kampeerterreinen en logies bij bewoners (Airbnb-sector). In de begroting van het gewest werd 700.000 euro ingeschreven als aandeel voor het gewest, en 30 miljoen euro voor de opcentiemen als aandeel voor de gemeenten.

Wie zijn geen toeristische logies?


Welke ‘logies’ valt niet onder het belastingreglement?

De ordonnantie vermeldt het volgende: “Wat betreft de notie toerist wordt gepreciseerd dat de studenten die in studentenkoten verblijven, en de kortgebruikers van zogenaamde daghotelletjes of van bordelen of gelijksoortige etablissementen geen toeristen zijn in de mate waarin de eerstgenoemden de intentie hebben om gedurende meer dan 90 dagen te verblijven in hun studentenkot, en in de mate waarin de laatstgenoemden niet de intentie hebben de nacht door te brengen in de voornoemde inrichtingen.”


Overleg met de sector en de gemeenten

De hervorming gebeurde in nauw overleg met de hotelsector die al vele jaren vragende partij is voor een harmonisering van alle bestaande taksen en een vereenvoudigde inning.


Eenvoudige inning

Ook de inning van de belasting wordt vereenvoudigd. De gemeenten laten hun aandeel in de belasting innen en invorderen door de fiscale administratie van het Brussels gewest. De 19 Brusselse gemeenten hebben daartoe een contract gesloten met de gewestelijke overheid.


Steun aan de hotelsector na de aanslagen

Met deze hervorming wil het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het toerisme in het algemeen, en de hotelsector in het bijzonder, duidelijkheid scheppen. De hotelsector heeft het sinds de aanslagen in Parijs en in Brussel economisch niet gemakkelijk gehad. De Brusselse regering heeft dan ook maatregelen genomen om deze sector te steunen. Er werd aan de gemeenten opgedragen hun hoteltaks tot 1 februari 2017 op te schorten. Ter compensatie werd 27 miljoen euro vrijgemaakt dat via het Fiscaal Compensatiefonds van het gewest terug naar de gemeenten vloeide om het verlies door de afschaffing van de hoteltaks te compenseren.