Nieuws

Hoog aantal leerlingen in buitengewoon onderwijs in België




Brussel – 18/01/2023 | 6% van onze leerlingen zitten in het buitengewoon onderwijs, meer dan 4 keer zoveel als het EU-gemiddelde. Khadija Zamouri betreurt deze koppositie en vraagt zich af hoe we het beter, inclusiever kunnen aanpakken. “Te veel leerlingen zitten in het buitengewoon onderwijs, terwijl dat niet nodig is”, zegt Khadija, “een inclusieve maatschappij start bij een inclusief onderwijs”.

De scheiding van het ‘gewoon’ en buitengewoon onderwijs is iets dat al langer op de agenda van de minister van Onderwijs staat. We herinneren ons allemaal ongetwijfeld nog het M-decreet, dat beoogde meer leerlingen naar het gewoon onderwijs te loodsen. Nu is minister Ben Weyts bezig met een nieuw decreet (Leersteun) voor september 2023. Het uiteindelijke doel blijft steeds om de leerlingen de hulp te geven die ze nodig hebben. Khadija vraagt zich echter af, zeker met de mooie voorbeelden uit bv. Portugal, of ze deze hulp niet kunnen krijgen in het gewoon onderwijs.

Het M-decreet faalde in de doelstelling, de cijfers in het buitengewoon onderwijs zijn hoog en ook na het decreet stijgende. Ook voor kleuters zien we dat er meer en meer wordt doorverwezen naar het buitengewoon onderwijs. Mensen met een beperking kunnen vaak veel, het hangt van de beperking af. Ze kunnen vaak goed functioneren in de maatschappij, ook in ons onderwijs. We moeten ze niet te veel vanuit een slachtofferrol benaderen. Er moet dus maximaal inclusief gewerkt worden in de scholen, maar deze mentaliteit lijkt te ontbreken zeker als we onszelf vergelijken met andere landen.

Zowel het M-decreet als het toekomstige Leersteun decreet pakken uit met de lovende woorden “Gewoon onderwijs als het kan, buitengewoon onderwijs als het moet”. In de praktijk zien we echter dat die “als het moet” heel breed geïnterpreteerd wordt, zelfs voor lichte beperkingen. We moeten hier met een andere, meer inclusieve visie naar kijken.

Goede initiatieven zijn er zeker, bv. in de Pano-reportage waar twee scholen van het Gemeenschapsonderwijs die vlak naast elkaar liggen. Tijdens de speeltijd kunnen ze ook met elkaar praten en spelen. Op die manier creëren ze in ieder geval besef en begrip van elkaar. Volgens Khadija moeten we meer investeren in een inclusieve maatschappij, die mensen bij elkaar brengt in plaats van ze te scheiden. Ook voor de latere inclusie (bv. in de werkplaats) zou dit positief zijn. Mensen met een beperking moeten volwaardig deel uitmaken van de maatschappij.