Nieuws

De klachtenprocedure voor woonzorgcentra moet beter ingeburgerd worden




 

Brussel | Onze woonzorgcentra zijn waar we gaan om onze laatste jaren door te brengen. Daarom is het essentieel dat dit een veilige omgeving is, een waar we omringd worden met de hoogste zorg en ondersteuning. Khadija hamert in het verlengde hiervan steeds op het belang van cultuursensitieve zorg. Zorg die rekening houdt met jouw voorkeuren en cultuur. Het gaat om de persoon als een eigen individu te behandelen, zich in te leven in zijn of haar wereld. Zeker naarmate we ouder worden stijgt die noodzaak om in een vertrouwde omgeving terecht te komen. 

 

Tijdens Corona hebben we verontrustende verhalen gehoord van behandelingen in woonzorgcentra. In het Brussels Parlement heeft de Covid-commissie dit in detail onderzocht en een aanbevelingsrapport overgebracht aan de Brusselse regering. Daar is minister Maron mee aan de slag gegaan. In Vlaanderen is er eerder ook een demarche geweest inzake de klachtenprocedure in woonzorgcentra. Ernstige gebeurtenissen moeten gemeld worden. Ernstige gebeurtenissen zijn situaties waarbij “de zorg en ondersteuning, de gezondheid, de veiligheid, de waardigheid of de integriteit van de gebruikers in het gedrag kunnen komen”. In september 2022 stuurde minister Benjamin Dalle een “herinnering” rond die meldplicht die ondertussen al bijna drie jaar in voege is. 

 

De cijfers zijn exponentieel gestegen: 5 keer meer dan een jaar geleden (46 meldingen in 2022). Hopelijk duidt de stijging er op dat de meldplicht werkt, en niet dat er effectief zo’n stijging is van ernstige gebeurtenissen. Dat lijkt te kloppen, want sinds september 2022 (29 meldingen) zijn er meer ernstige gebeurtenissen gemeld dan in de vorige 8 maanden van het jaar. Belangrijk om te noteren: het is niet enkel de patiënt die een melding kan doen, ook iemand vanuit de omgeving kan die stap zetten.


Hoewel minister Dalle uitlegt dat “de meeste om medicatiefouten gaan die geen permanente gevolgen voor de bewoners hadden”, blijft het zorgwekkend dat woonzorgcentra zo weinig uit eigen initiatief tot melding overgaan. Reden te meer om te evalueren hoe dit in Brussel verloopt, meer bepaald in de Nederlandstalige woonzorgcentra. Daarom stelde Khadija de vraag aan de collegevoorzitter: hoeveel meldingen werden er verwerkt, van welke aard en welke opvolging/inspectie/sensibilisering vindt er plaats?

 

De collegevoorzitter stipt aan dat de woonzorgcentra onder de Vlaamse regelgeving en agentschappen vallen. Naar aanleiding van klachten(via de Vlaamse Woonzorglijn) zal de Zorginspectie bijkomende inspecties uitvoeren. Maar er zijn slechts drie klachten over twee woonzorgcentra binnengekomen via de Woonzorglijn in héél 2022, minder meldingen als in voorgaande jaren. Het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid kreeg in 2022 slechts één melding.

 

Ook zij kregen de brief van minister Dalle over de verplichte meldingsplicht. Dit lijkt niet dezelfde ‘boost’ hebben gegeven aan de procedure als in Vlaanderen. In Brussel is er wel nog het Brussels Meldpunt Ouderenmis(be)handeling van de vzw Home Info, dat eveneens als aanspreekpunt fungeert. Zij ontvingen echter geen meldingen in 2022. 

 

Khadija Zamouri stelt zich toch vragen bij dit lage aantal van meldingen. De ‘ernstige gebeurtenis’ wordt vrij breed gedefinieerd. Het lijkt haar straf dat het in werkelijkheid zo laag ligt. Meldingen zijn ook niet per se een gevaar, maar eerder een opportuniteit om het beter te doen. Misschien is daar nog meer sensibilisering voor nodig ten aanzien van de woonzorgcentra. De bewoner moet mondig zijn en mogelijkheden hebben om zich te laten horen. 

 

Khadija vraagt zich ook af of de afstand tussen de Nederlandstalige Brusselse woonzorgcentra en Vlaanderen niet te ver is, in ieder geval voor de bewoners. Het Brusselse aanspreekpunt kan daar een opvangende rol spelen, maar we zien dat zij nog minder klachten ontvangen. Bekendheid van de procedure bij de bewoners is cruciaal om het goed te laten werken. Khadija dringt dan ook aan bij de collegevoorzitter om via het aanvullend beleid van de VGC daar extra over te communiceren en sensibiliseren.


Referentie:  BVA-2022-2023-Nr.2.pdf (raadvgc.be)