Zwartwerk in Brussel: slim aanpakken
Brussel | Zwartwerk is een economisch gegeven binnen Brussel vooral voor werkzoekenden. Khadija Zamouri pleit voor een studie rond de regularisatie van zwartwerk. “Dat zou beter zijn voor de werknemers, de bedrijven en de overheid” geeft Khadija aan “Het probleem enkel aanpakken vanuit repressie, of erger: de ogen er voor sluiten, dat werkt niet”.
Het valt moeilijk te begrijpen hoe een werknemer op ’t einde van de maand amper meer overhoudt dan een werkzoekende. Eén van de factoren die het voor werkzoekenden interessant maakt om niet te werken is in feite… dat ze wel werken. De bestaande Brusselse informele economie zorgt er voor dat ze een paar uurtjes hier, of een dag daar, geld kunnen bijverdienen. Dat zorgt ook voor sociologische stabiliteit in Brussel: “De bom die niet barst.”
Die stabiliteit is een goede zaak. Tegelijkertijd is het jammer dat deze arbeid in de schaduwen plaatsvindt. Zo mist de zwartwerker de opbouw van zijn sociale rechten en geniet slechts beperkte bescherming. De overheid mist de inkomsten vanuit de belastingen op arbeid. Ondernemingen die via zwartwerk opereren lopen het risico van boetes. Natuurlijk moet de controle dan wel plaatsvinden en niet enkel gefocust zijn op ondernemingen die al getrouw hun administratie doen. Maar dat is een ander gegeven.
Regularisatie heeft zijn voordeel bewezen, bijvoorbeeld bij de dienstencheque-sector. In het verleden was dit een sector van veel zwartwerk. In de stad werkt de sector bijzonder goed, dankzij de uitstekende mobiliteit (metro). Ook de witte kassa is een voorbeeld van regularisatie. Het blijft belangrijk om die regulariserende praktijken aan te moedigen: ze moeten lonen.
Vanuit open VLD vragen we dan ook om te bestuderen welke andere sectoren er in aanmerking komen voor regularisatie, voor een plan van aanpak hierrond. Dat betekent ook met een frisse blik naar de lasten op arbeid kijken: waar loopt het mis, waar wringt het schoentje. Voor de werkloosheidscijfers zou het positief werken. Ook geregulariseerd kan het haar stabiliserende functie vervullen. Het lijkt ons evenwel verstandig om dat stapsgewijs te doen, het geleidelijk aan binnenbrengen en niet over te gaan tot schoktherapie.
