Nieuws

Carla Dejonghe vraagt cijfers op om het effect van de nieuwe schoolvakantieregeling op mobiliteit te meten




BRUSSELS PARLEMENT – Sinds september 2022 volgt het Franstalig onderwijs een nieuwe schoolvakantieregeling. De zomervakantie duurt voor hen nu twee weken minder, terwijl de herfst- en krokusvakantie een weekje langer zijn. Momenteel is het dus Paasvakantie in het Nederlandstalig onderwijs, terwijl kinderen uit het Franstalig onderwijs naar school gaan.
 
Columnist Fabrice Grosfilley van BX1 verklaarde halverwege de eerste week van het paasverlof van het Nederlandstalig onderwijs dat de mobiliteit aanzienlijk is verbeterd door die spreiding van het verlof in het onderwijs*.
Il y a moins de voitures. Moins de congestion. Moins de pollution. Des temps de parcours divisés par deux. Moins d’annonce de radioguidage sur les radios. Des automobilistes presque heureux d’être au volant, des cyclistes moins en danger lorsqu’ils croisent les automobilistes, des enfants qui respirent moins de pots d’échappement sur les trottoirs.” 
 
Het is zo dat er veel lessen uit te trekken vallen. “Maar ik ben er niet van overtuigd dat het aanmoedigen van gespreid verlof – en dus het verder uit elkaar groeien van de taalgemeenschappen in Brussel en langs de taalgrens – een structurele oplossing is. Daarentegen is een verstandige fiscaliteit, een slimme kilometerheffing, Smart Move (zoals Grosfilley ook suggereert) een structureel instrument om dit effect te bekomen. Niet enkel met Pasen of Allerheiligen, maar heel het jaar door”, althans volgens Brussels Parlementslid Carla Dejonghe.
 
Daarom stelde zij een parlementaire vraag aan minister van Mobiliteit Elke Van den Brandt betreffende de cijfers die de situatie beter in beeld zouden kunnen brengen. We mogen namelijk geen overhaaste conclusies trekken op basis van een indruk. Dejonghe vroeg cijfers op, in, naar en uit Brussel…
o   in de twee weken voorafgaand  het verlof in het Nederlandstalig onderwijs in maart;
o   tijdens de twee weken verlof in het Nederlandstalig onderwijs in april;
o   tijdens de twee weken verlof in het Franstalig onderwijs in mei.
 
“Want enkel zo kunnen we correcte conclusies trekken en ernaar handelen”, besluit Dejonghe.