Nieuws

Reactie Carla Dejonghe op studie Nationale Bank van België “Brussels Metropolitan Sterke economie, geen bestuur!”




BRUSSEL - Vandaag presenteert de Nationale Bank van België de studie "Is Brussels a performing competitive and attractive metropolitan Region?" (December 2022) door P. Bisciari en S. El Jouieidi. Voor het bepalen wat de grenzen van die metropool zijn gebruikt de NBB de statistische instrumenten van de EU en de OECD (de NUTS2 en 3-niveaus of Nomenclature of territorial units for statistics). Hoe dan ook, Brussel strekt zich zeer ver uit: Waals- en Vlaams Brabant, delen van Oost-Vlaanderen, en Henegouwen zelfs, naargelang de gekozen statistische afbakeningscriteria.

 

VOKA stuurde al een uitnodiging uit om de voorstelling van de studie van de NBB te volgen onder de titel: “Sterke economie, zwak bestuur”.

 

De Nationale Bank van België kijkt alvast verder dan de klassieke gewestgrenzen. De economische realiteit van een stad past niet in die enge institutionele grenzen. Ook de studie "Interregional transfers via the federal government and social security" (september 2021) door D. Cornille, D. Kumps, P. Stinglhamber en S. Van Parys, legde de interregionale transfers tussen provincies (eerder dan gewesten) bloot om zo veel nauwkeuriger de economische dynamiek van Brussel en haar rand te duiden. Hieruit bleek alvast dat Brussel, Vlaams- en Waals Brabant nettobetalers zijn aan België.

 

Op basis van beide studies kan de vraag gesteld worden of de lasten en de lusten binnen dezelfde economische metropool wel juist verdeeld zijn?  Of de economische troeven op het niveau van de metropool wel maximaal worden benut? Of de geproduceerde welvaart terugvloeit, geherinvesteerd wordt in de metropool? Als VOKA spreekt over zwak bestuur is dat een understatement: er is geen bestuur op het niveau van de metropool. Daartoe ontbreekt de politieke wil. De poging van de grondwetgever in 2011 om een Brusselse Hoofdstedelijke Gemeenschap in de voeren, bleef wegens onwil om een samenwerkingsakkoord te sluiten, dode letter. Een Vlaams-Nationale agenda staat een Brussels economisch beleid op de schaal van de metropool in de weg.

 

Open Vld Brussel hoopt alvast dat deze studies van de NBB op de schaal van de Brusselse Metropool de agenda kunnen bijsturen. Als werkgeversorganisaties, zoals VOKA, daar willen bij helpen, is dat zeker welkom.

 

Zelf had ik al een vraag opgesteld aan minister Sven Gatz, bevoegd voor statistieken, om werk te maken van meer informatie over Brussel op het niveau van de metropool (zie mijn vraag hieronder).  

 

Carla Dejonghe

Fractievoorzitter Open Vld Brussel


Lees onderaan de vraag van Carle Dejonghe aan minister Sven Gatz over de vergelijking van data op grote schaal.


De studie vindt u hier: 

https://www.nbb.be/nl/artikels/brussel-een-sterk-presterende-competitieve-en-aantrekkelijke-europese-metropool


Het VOKA-artikel vindt u hier:

https://www.voka.be/nieuws/studie-nbb-over-brusselse-metropool-sterke-economie-zwak-bestuur?view_mode=dossier&dossier=37678


beeld c:NBB




Vraag om uitleg aan minister Sven Gatz, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, de Promotie van Meertaligheid en van het Imago van Brussel, over de vergelijking van data op grootstedelijke schaal.


Mijnheer de Minister, 

 

Perspective.brussels en BISA verzorgen nu reeds tal van data over maatschappelijke, economische en sociale evoluties in Brussel. Ook Brussels Studies levert tal van belangrijk onderzoek over Brussel aan. Tal van studies vergelijken de data tussen de gewesten (Vlaanderen, Brussel en Wallonië). Ook tal van studies vergelijken Brussel, als stad, met andere Europese metropolen.

 

De recente studie van Statistiek Vlaanderen, ‘Economische samenhang tussen het Vlaamse en Brusselse Gewest (2022) van Thierry Vergeynst’, is een mooi voorbeeld van een sociaal-economische vergelijking tussen Vlaanderen en Brussel als gewesten. Het is een statische foto van administratieve entiteiten die weinig zegt over steden en hun rand. Door geen statistieken van de rand afzonderlijk te gebruiken komen we zeer weinig over de samenhang te weten in de studie. Het is als appelen en peren vergelijken.

 

De studie van de Nationale Bank van België ‘Is Brussels a performing competitive and attractive metropolitan Region?’ (december 2022) door P. Bisciari en S. El Jouieidi is een totaal andere aanpak. De studie vergelijkt stedelijke regio’s in Europa en maakt daarvan gebruik van beschikbare en vergelijkbare statistische eenheden. De door de EU en OECD gebruikte NUTS-classifications: Nomenclature of territorial units for statistics). Door verschillende NUTS3 te combineren zijn heel wat steden en hun rand vergelijkbaar. 

 

Ze gebruiken vier statistische gebieden:
 

1.
Metropolitan area: dat is de regio waar 15% van de mensen die gaan werken naar het centrum van de regio (the core) gaan om te werken. In Brussel is dat een gebied van 3,3 miljoen inwoners. Het betreft het Brussels hoofdstedelijk gewest (the core) samen met 119 gemmenten rond het Brussels gewest. Hiervoor heb je gemeentelijke statistieken nodig. Die zijn niet altijd beschikbaar. 


2.
Metropolitan region of metro region: dat zijn de NUTS3: in België worden de statistieken op arrondissementeel niveau geleverd (in Frankrijk bijvoorbeeld op departementeel niveau). Het gaat om het arronissement Brussel, Halle-Vilvoorde, Leuven, Nijvel, Aalst, Ath en Soignies. 


3.
Soms gebruikt de EU ook de combinatie van de drie NUTS2’s als basis voor vergelijking: dat is de oude provincie Brabant (het gewest+ Vlaams en Waals-Brabant).


4.
Het laatste niveau is het centrum of the core: de 19 gemeenten van het Brussels gewest. 


Naast het belang van deze studie voor de methode en de mogelijkheid om voor meer verfijnde statistische afbakeningen te kiezen, is deze studie ook inhoudelijk zeer goed. 

De studie Interregional transfers via the federal government and social security (september 2021) door D. Cornille, D. Kumps, P. Stinglhamber en S. Van Parys voor de NBB en op basis van gevens van de NBB gebruikt op een gegeven moment ook de negen provincies+het Brussels gewest als statistische afbakening. Dit is de studie die professor Willems Sas gebruikte m.b.t. financiële stromen in België waaruit blijkt dat Brussel samen met Vlaams en Waals-Brabant netto betalers zijn van de Belgische federatie als je al de financiële stromen in de fiscaliteit en sociale zekerheid samentelt. Ook hier is het balangrijk om vooral te benadrukken, naast de inhoud van de studie, dat deze studie vooral aantoont dat het belangrijk is zorgvuldig na te denken over de statistische afbakening, indien deze studies tot betere inzichtenen tot beter beleid moeten leiden.



Mijn vraag aan de minister bevoegd voor statistieken en dus voor Perspective.brussels en BISA zijn:

 

  • Heeft het Brussels gewest al studies gedaan op basis van voornoemde statistische grootstedelijke afbakeningscriteria?

 

  • Kan het Gewest eventueel samen met statistische instellingen van België, Vlaanderen en Wallonië, dergelijke studies maken?

 

Meerdere lagen lijken hier relevant:

Het vergelijken van steden (the core) in België: Brussel, Antwerpen, Luik, Gent, Charleroi, …

Het vergelijken van stedelijke agglomeraties binnen België (Metropolitan Area en Metro Regions) op basis van de vier lagen die EU en OECD gebruiken. 

Het vergelijken voor deze zelfde steden binnen België van de verhoudingen tussen hun kern en hun rand op basis van diezelfde statistische lagen. afbakeningen criteria als die van de EU en de OECD – area en metro).

 

  • Kunnen we dus de EU en OECD-methode aangepast ook binnen België gebruiken om een nauwkeurigere en meer dynamische kennis te verwerven over steden in België op alle mogelijke terreinen: economie, mobiliteit, welzijn, cultuur, onderwijs, huisvesting, … ?

 

Dank bij voorbaat.

 

Carla Dejonghe