Nieuws

Trams versus metro? Een valse discussie!




De plannen om de Brusselse metro uit te breiden naar Schaarbeek-Evere en in de richting van Ukkel, stuiten op tegenkanting. Bizar genoeg komt die vanuit ecologische hoek. Net voor de kerstvakantie tekenden de nieuwe gemeentebesturen van Brussel-Stad en Vorst, waar sinds kort ook ecologisten in zetelen, bezwaar aan tegen de metroplannen. Ze verzetten zich tegen de werken en pleiten ervoor de tramlijnen naar Ukkel te behouden in plaats van te investeren in een nieuwe metrolijn. “Die tegenkanting baart zorgen,” stelt parlementslid Carla Dejonghe, lid van de commissie Infrastructuur in het Brussels Parlement “Het is immers niet de eerste keer dat er spaken in de wielen worden gestoken van belangrijke projecten voor Brussel. Nochtans is de metro de allerbeste oplossing voor een echt duurzame mobiliteit in ons gewest.”

Waar komt deze tegenkanting vandaan?

Carla: “De groenen schuiven de tram naar voren als dé oplossing voor de Brusselse mobiliteitsproblematiek. Gelijktijdig verwijten ze de metroplanners dat die alleen maar bovengronds ruimte vrij willen maken voor de wagen … Maar de trams die in metrolijnen omgezet worden, rijden momenteel al voor een groot deel onder de grond. Het is een rare redenering om te denken dat we 2 miljard euro zouden investeren in ‘bijbedoelingen’... We moeten wel een beetje serieus blijven. De premetro, die nu langs een deel van het traject naar Ukkel rijdt, werd in de jaren ’70 net aangelegd om op termijn omgebouwd te worden tot volwaardige metrolijn. Dat zou het hele gewest ten goede komen. De cijfers zijn en blijven erg duidelijk. Met een metro vervoer je 14.320 passagiers per uur, met een tram 5060, met een gelede bus 2080. Daarmee kan je dus een enorm pak wagens van de weg halen. Dat is dus de meest duurzame methode om de Brusselse mobiliteitsknoop daadkrachtig aan te pakken. Een dure, maar noodzakelijke ingreep.”

Maar betekent een keuze voor de metro niet automatisch een keuze tegen de tram?

Carla: “Dat is een valse discussie. Je moet de metro zien als de ruggengraat van ons openbaar vervoer. Het is het vervoersmiddel dat op de meest comfortabele en snelle manier de grootste groep mensen van punt a naar punt b kan brengen in Brussel. Bedoeling is dat er nieuwe tram- en busverbindingen gecreëerd worden die dan aansluiten op die metrolijn en die de Brusselse wijken verder ontsluiten.”

Welke gevolgen hebben de metroplannen voor onze gemeentes?

Carla: “Het stukje metro tussen Stokkel en Kunst-Wet is vandaag het drukste van het hele openbaar vervoersnetwerk. Qua passagiers is het eigenlijk al verzadigd. Je moet regelmatig tijdens de spits een paar metrostellen laten passeren vooraleer je erop kan. Veel Schaarbekenaren nemen momenteel trams 7 en 25 tot in Montgomery om daar op de metro te springen. Wanneer er een metrolijn bijkomt die Schaarbeek-Evere verbindt met het Brusselse stadscentrum, zal dat dan ook een impact hebben. Je krijgt daardoor letterlijk meer ruimte op de metro, waardoor het voor een boel mensen terug een pak aantrekkelijker wordt om dagelijks het openbaar vervoer te nemen in plaats van de wagen.

Volstaat meer metro om het mobiliteitsprobleem op te lossen in Brussel?

Carla: “Voor de Brusselaars zelf zal het wel al een groot verschil maken. Maar daarnaast blijft het nodig om beter openbaar vervoer te hebben van buiten Brussel naar Brussel. De NMBS moet meer dan één tandje bijsteken en er zou een akkoord moeten komen tussen De Lijn en de MIVB om meer vaste vervoersverbindingen (lees: trams) naar Brussel aan te leggen. Dat kan ook via lightrail bijvoorbeeld. Momenteel is men in de rand nog te vaak aangewezen op bussen, die een te beperkte capaciteit hebben en een te lage frequentie. Daarvoor is overleg tussen het Vlaams en Brussels Gewest broodnodig. Dat wordt één van de grote uitdagingen voor de volgende legislatuur.”