Nieuws

Brusselse Begroting 2018: meer geld naar veiligheid




Sinds de zesde staatshervorming is het Brussels Gewest bevoegd voor materies inzake veiligheid en preventie, denk maar aan de coördinatie van het veiligheidsbeleid. Deze bevoegdheden worden rechtstreeks uitgeoefend door de minister-president. 

In vergelijking met de initiële begroting van 2017, gaat er voor 2018 een pak meer geld naar veiligheid. De middelen die hiervoor voorzien worden, zijn in deze begroting toegenomen met maar liefst 30 miljoen euro. Deze middelen gaan onvermijdelijk naar de nodige veiligheidsuitrusting. 

Het eerste Globaal Veiligheids- en Preventieplan werd begin dit jaar voorgesteld. In 2018 komt het er op aan om dit plan ten uitvoer te brengen. Ik dring er bij de minister-president graag op aan om het Parlement op gezette tijden op de hoogte te brengen van de concrete acties die werden ondernomen in het kader van de uitvoering van het GVPP. 

Daarnaast lees ik dat er in 2018 ook een Brussels Preventie-  en Buurtplan zal worden opgesteld, aan de hand waarvan gemeentelijke projecten gefinancierd zullen worden die onder andere tot doel hebben radicalisering preventief te bestrijden en het vroegtijdig schoolverlaten terug te dringen. Het is goed dat deze lokale projecten gewestelijk gecoördineerd en ondersteund worden. 

De praktische uitvoering van het Vlinderakkoord inzake veiligheid en de uitrol van de dienst 'Brussel Preventie en Veiligheid' komen op kruissnelheid. Het is positief dat een resem maatregelen zoals de operationalisering van het communicatie- en crisiscentrum en het visualiseringscentrum binnenkort worden geconcretiseerd. Wat de videobescherming betreft, verwacht ik van de overheid ook dat ze de privacy van onze bevolking zoveel mogelijk beschermt of zo weinig mogelijk in het gedrag brengt. De veiligheidsmaatregelen moeten steeds in verhouding zijn met de reële veiligheidsrisico's op het terrein en moeten dus steeds opnieuw geëvalueerd worden, zodat we als bevolking zo min mogelijk moeten inboeten op onze grondwettelijke rechten en vrijheden. 

Uit deze begroting blijkt eens te meer dat deze regering blijft investeren in de lokale besturen, die het dichtst bij onze burgers staan, maar dat ze ook  resoluut kiest voor investeringen in veiligheid. En dat is wat onze bevolking, zeker in de tijden waarin we leven, ook verwacht van de overheid. Veiligheid is één van haar kerntaken.

Ik wens de minister-president, en bij uitbreiding de voltallige regering, veel succes bij de uitvoering van de begrotingsdoelstellingen. 


René COPPENS