Nieuws

Homofoob geweld bestrijden in woord en daad!




Tijdens de nieuwjaarsreceptie van de Vlaamse holebifederatie mocht minister Turtelboom de homofobieprijs uitreiken aan al degenen die deze verwerpelijke daden hebben gesteld en eigenlijk ook aan degenen die de daders al dan niet stilzwijgend lippendienst hebben bewezen.

Wij willen niet zwijgen, maar het integendeel van de daken schreeuwen: homofoob geweld mag niet. Schreeuwen is niet genoeg, er moeten daden volgen! Slachtoffers van gewoon geweld zijn dat vaak omdat ze zich op het verkeerde moment op de verkeerde plaats bevonden – brute pech dus-, maar slachtoffers van homofoob geweld worden dat omwille van hun seksuele geaardheid, die niet eens hun eigen keuze is.

Als grootstad bevat Brussel een explosieve mix van factoren en bevolkingsgroepen die de kans op polarisatie en homofoob geweld exponentieel vergroten. Heel wat holebi’s en transgenders – laten we hen GLBT’s noemen, naar de Engelse afkorting voor Gays Lesbians, Bisexuals and Transgenders – verkiezen de anonimiteit van de grootstad als leefomgeving. Helaas stoten ze daar echter op een groter aandeel laaggeschoolden, kansarmen, allochtonen, jongeren of een combinatie van dit alles.

Jongeren houden er radicalere meningen op na. Voeg daarbij dat ze in die periode ten volle bewust worden van hun seksualiteit en onderhevig zijn aan invloed van de vriendenkring, dan hoeft het niet te verwonderen dat ze zich in radicale bewoordingen en daden durven af te zetten tegen homoseksualiteit. Jongeren outen zich trouwens alsmaar sneller, gemiddeld op hun zestiende, als ze nog minderjarig zijn dus. Niet zelden zijn verdoken jonge holebi’s de grootste monden. Het belang van het onderwijs kan dus niet onderschat worden. Jongeren op de hoogte brengen van het gegeven homoseksualiteit staat in de eindtermen, maar het gaat er vooral om hoe dat wordt ter sprake gebracht. De rol van de leraars is cruciaal. Een brochure ‘Homofobie op school’, zoals de Franstalige Gemeenschap laat verdelen op scholen, is too little, too late. Homoseksualiteit moet al in de derde graad van de lagere school ter sprake gebracht worden. Daar wordt vaak al het woord ‘homo’ als scheldterm gebruikt, zonder dat de kinderen eigenlijk de draagwijdte van de term begrijpen. Er moet in de lessen over gepraat worden als het ertoe doet. Niet zomaar één thema-uurtje, maar in de lessen biologie, geschiedenis, talen… Tevens moet de genderstereotypering in het onderwijs worden aangepakt. Homo’s worden vaak aangevallen omdat ze niet genoeg man lijken en dan nog wel meestal door macho’s, die té veel man zijn en er een achterlijk wereldbeeld op nahouden dat vrouwen ondergeschikt aan de mannen zouden zijn. Dit soort figuren vertoont vaak haantjesgedrag omdat ze helemaal niet zo zeker van zichzelf zijn en met brute kracht zelfbevestiging zoeken. Een optimistisch karakter zou nog een variant op ‘meisjes plagen is liefde vragen’ durven vermoeden, maar fundamenteel is dit intellectuele horror met verregaande gevolgen!

Het lijdt niet alleen tot slachtoffers van geweld, maar ook tot doden. Hoeveel homo’s durven zich niet te outen, trouwen, krijgen kinderen en houden er stiekem een mannelijk sexspeeltje op na? Gevolg: hoog risico op hiv-besmetting en andere soa’s van zichzelf en hun vrouw bij wie ze zich niet verdacht willen maken door opeens een condoom te gaan gebruiken. Ik geef dit voorbeeld niet toevallig om een bruggetje te maken naar de houding van heel wat allochtonen ten aanzien van homoseksualiteit, ingegeven door religie, en dan hebben we het even goed over radicale moslimjongeren, ultra-orthodoxe joden als streng katholieke Afrikanen. Welke hun overtuigingen ook wezen, zoals iedereen worden ook zij geacht hun al dan niet religieus geïnspireerde normen en waarden aan de beginselen van onze rechtstaat en de mensenrechten te onderwerpen.

Wie hiertegen zondigt met verbaal of bruter geweld, moet worden aangegeven en gesanctioneerd. Toch loopt het moeizaam met het neerleggen van officiële klachten. Een initiatief als de gratis smartphone-app die werd ontworpen door Outrage in de strijd tegen gaybashing, is een nuttige eerste stap in het sensibiliseringsproces, maar mag geen surrogaat worden voor officiële klachten bij de politie en het Centrum voor Gelijke Kansen en Racismebestrijding.

Het regeerakkoord van de federale regering voorziet in het optrekken van de strijd tegen homofoob geweld. Vooral het onthaal bij de politie is een belangrijke drempelverlagende stap die moet worden genomen. Het verdient bijzondere aandacht bij de ‘verkleuring’ van het korps. Ook agenten van allochtone oorsprong moeten abstractie maken van vooroordelen over homoseksualiteit die in hun gemeenschap bestaan. Opleiding is cruciaal. Vandaag wordt er al aandacht besteed aan de diversiteitsproblematiek, maar meestal op vrijwillige basis. In Antwerpen daarentegen wordt elke politieagent naar een driedaagse opleiding inzake diversiteit gestuurd, waarvan één dag in het roze huis. Ook in Brussel lopen pilootprojecten met verplichte opleiding voor alle personeel met een onthaalfunctie. Waarop wachten we om dergelijke initiatieven te veralgemenen?

Dat er ook in de cel Diversiteit-Justitie ernstig werk wordt gemaakt van de problematiek van homofoob geweld is noodzakelijk om te verzekeren dat ook de opvolging van pv’s binnen Justitie op het juiste pad zit. Het venijn mag niet in de staart zitten: eens slachtoffers van homofoob geweld bereid zijn de drempel te nemen om aangifte te doen, moeten ze zich verzekerd weten van een goede opvolging door Justitie. Anonimiteit kan die drempel verder verlagen. In Nederland kunnen slachtoffers via www.hatecrimes.nl anoniem klacht neerleggen bij de politie. Minister van Justitie Turtelboom is bereid om deze mogelijkheid ook bij ons te onderzoeken. Senator Nele Lijnen is al dermate overtuigd van het nut van anonieme klachten indienen dat ze een wetsvoorstel heeft neergelegd.

Er heerst in ons land een grotere openheid tegenover holebi’s en holebirechten. Toch blijft heteronormativiteit de leidraad in de samenleving en blijkt uit steekproeven dat een kleine 20% van de holebi’s gediscrimineerd worden omwille van hun seksuele oriëntatie. Bijna zes op de tien holebi’s krijgen te maken met verbaal geweld en 20% werd al een keer bedreigd. Eén holebi op tien was het slachtoffer van fysieke agressie. Niet verwonderlijk als je weet dat nog bijna 20% van de hetero’s holebi’s als abnormaal beschouwen. Tijd dus voor actie.

Homo mag geen scheldwoord zijn en zeker geen aanleiding tot geweld. Tot spijt van wie het benijdt: homo’s bestaan, overal en in alle leefgemeenschappen. Wie dit niet wil zien, opent beter zijn eigen ogen - en zijn geest! -, dan die van homo’s dicht te slaan.