Nieuws

“Brussel mag haar verantwoordelijkheid niet ontlopen”




“Een sterk inburgeringsbeleid draagt bij tot de participatie van nieuwkomers in Brussel. Het verheugt mij dan ook dat Brussels minister Smet het met mij eens is dat er dringend werk moet worden gemaakt van een coherent beleid inzake inburgering.  Net zoals hij vind ik het positief dat er langs Franstalige zijde veel initiatieven worden genomen inzake taalverwerving voor nieuwkomers, maar dat het gebrek aan structuur een goede werking in de weg staat”, zegt Brussels Parlementslid Khadija Zamouri (Open Vld) naar aanleiding van het antwoord van de minister op haar interpellatie over het belang van het inburgeringsbeleid bij nieuwkomers. De vraag werd gesteld in de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, een orgaan dat bevoegd is voor personen en instellingen die niet exclusief tot één gemeenschap behoren. Zij is dus bedoeld voor alle Brusselaars.

“Uit onderzoek blijkt dat in Vlaanderen nieuwkomers dankzij het verplichte inburgeringstraject dubbel zoveel kansen krijgen om aan het werk te geraken dan in Wallonië en Brussel waardoor ze 90% meer kans hebben om een job te vinden. Het verhoogt de zelfredzaamheid van de nieuwkomer in onze maatschappij en de weerbaarheid op de arbeidsmarkt. In Brussel, waar het inburgeringstraject helaas niet verplicht is, bestaan reeds heel wat initiatieven inzake het onthaal van nieuwkomers. Er is gezien de bevoegdheidsverdeling echter geen gestroomlijnd beleid. “

“Open Vld ijvert reeds jaren voor een coherenter beleid inzake inburgering en nam daarom enkele initiatieven om tot een verplicht inburgeringstraject te komen. We zien nu dat het hoog tijd is om er samen echt werk van te maken”, benadrukt Zamouri.

“Het is immers bewezen dat dankzij het verplichte inburgeringstraject in Vlaanderen nieuwkomers actief deelnemen aan het sociaal, economisch en cultureel leven en er constructief en economisch toe bijdragen. Jaarlijks komen er 40 à 45.000 nieuwkomers aan in Brussel, waarvan ongeveer de helft afkomstig uit de Europese Unie. In Brussel is er langs Nederlandstalige kant het Brussels Onthaalbureau en het Huis van het Nederlands om nieuwkomers de weg te wijzen. Het is dan ook teleurstellend dat dergelijke initiatieven langs Franstalige zijde ontbreken. Ook daar zou moeten worden uitgeklaard wat inburgering  precies inhoudt. We mogen geen hele generaties laten verloren gaan omdat er geen gestroomlijnd beleid is.“