Les news

Tussenkomst op de beleidsverklaring van het Verenigd College



    De federale onderhandelaars hebben een aantal taken toegevoegd aan het takenpakket van de GGC. Onder andere de kinderbijslag. U weet dat Open Vld er nooit om heeft gevraagd om de kinderbijslag de defederaliseren, maar desalniettemin biedt de oplossing die de federale onderhandelaars hebben uitgewerkt nieuwe kansen.

    Wij zijn het met u eens dat de kinderbijslag gelukkig niet toegewezen is aan de Vlaamse en Franse Gemeenschap, want dat zou discriminatie gecreëerd hebben onder de Brusselaars.
    Stel je voor: in een nieuw samengesteld gezin met een Franstalige moeder en een Nederlandstalige vader bijvoorbeeld ontvangt het ene kind een andere kinderbijslag dan het andere. Dat zouden we toch nooit uitgelegd krijgen. Wij halen ook opgelucht adem dat het idee van de subnationaliteit van de baan is. Stel je voor dat de overheid zou beslissen dat je kind niet naar een Nederlandstalige muziekacademie kan gaan omdat het in een Franstalige school is ingeschreven!

    Het is voor Open Vld primordiaal dat elke Brusselaar op om het even welk moment zelf kan beslissen in welke taal hij naar school gaat of hobby’s uitoefent. Het idee dat de overheid beslist tot welke groep je behoort (taalgroep bijvoorbeeld) bezorgt ons evenzeer koude rillingen. 

    Welk beleid zullen we voeren nu de kinderbijslag in Brusselse handen komt? Ter herinnering wil ik erop wijzen dat de kinderbijslag er is gekomen onder druk van de kerk om de parochianen aan te zetten om zich te vermenigvuldigen. Dat de kinderbijslag ondertussen ook een sociale functie heeft, zal ik niet ontkennen, maar willen we het beleid dat ooit gedicteerd was vanop de kansel verderzetten? Wat de pastoor vroeger zei vanop de kansel, zegt de imam vandaag in de Moskee: ga en vermenigvuldig u. Hoewel ik er helemaal niets op tegen heb dat mensen veel kinderen hebben. ‘k Zou wel de laatste moeten zijn om daar iets op tegen te hebben, vraag ik me af of de overheid dat moet stimuleren.

    Er is al een demografische boom, er een schepje bovenop doen is niet nodig.

    Wordt het niet stilaan tijd aan elk kind eenzelfde vergoeding te geven i.p.v. de progressieve bijslagen. Elke ouder weet toch dat het eerste kind het duurste is omdat je allerlei spullen moet kopen die je voor het tweede en het derde kunt hergebruiken. Vinden wij het normaal dat een eerste kind 86 euro ontvangt, het tweede 160 en het derde 239 euro? Het omgekeerde zou logischer zijn.
    We moeten dus een keuze maken: zien we de kinderbijslag als financieel hulpmiddel voor de ouders of ook als aanmoediging om zich te vermenigvuldigen.

    Mijnheer de Minister-president, u heeft gezegd dat u de Brusselaars eraan wil herinneren wat de GGC eigenlijk is.

    Dat de GGC-ministers dezelfde zijn als die van de Brusselse regering en de parlementsleden ook, is juist, maar dat betekent nog niet dat we niet verder kunnen gaan in het inkantelen van de GGC in het Gewest. Zonder daarbij te raken aan de noodzakelijke dubbele meerderheid, dat spreekt voor zich.

    Hier zal dus nog wat vereenvoudingswerk moeten gebeuren in de werkgroep stadshervorming.

    U heeft ook gesproken over de ouderenzorg. Open Vld wil uw aandacht vragen voor koppels bejaarden en hun toekomst samen. Mensen die 50, 60 jaar samen hebben geleefd, willen ook graag in het rusthuis samenblijven en privacy hebben. Bovendien zijn er heel wat koppels die zich vormen in het rusthuis zelf. Heel wat verzorgingstehuizen zijn hier onvoldoende op voorzien.

    Daarnaast vragen wij uw aandacht voor de gevolgen van de nieuwe normen die voor de bejaardentehuizen gelden. Omwille van de nieuwe normen zijn er rusthuizen die moeten sluiten.
    In Laken bijvoorbeeld zal er een privé-rusthuis sluiten en zullen 46 mensen en 13 werknemers op straat worden gezet. Het gebouw kon onmogelijk aangepast worden aan de nieuwe normen en kan dus niet langer dienen als rusthuis. Dat nieuwe rusthuizen met de nieuwe normen worden gebouwd, is niet meer dan logisch, maar wij willen toch voor enige soepelheid pleiten voor de bestaande rusthuizen. Zowel om te vermijden dat bejaarden op straat komen te staan, als om te vermijden dat werknemers werkloos worden.

    Wat de daklozenzorg betreft zouden wij willen vragen om eens grondig de cijfers te bekijken in het armoederapport m.b.t. het ingezette personeel t.o.v. de geholpen daklozen. Het valt ons op dat er een immens verschil is tussen de organisatie van de verschillende vzw’s.
    Het probleem is niet dat er verschillende vzw’s zijn die zich met de problematiek bezighouden. Zo kan je de daklozen ook spreiden en vermijden dat er één mastodontisch daklozenhuis wordt opgericht, maar het probleem is wel dat het ene huis efficiënt werkt en het andere niet. Gezien ze allemaal met subsidies werken kan daar toch iets aan gedaan worden. Er zijn huizen met meer personeel dan daklozen. De verhoudingen liggen ver uiteen. In sommige huizen wordt gevraagd aan de daklozen om zelf een steentje bij te dragen, bijvoorbeeld door eens te koken of te klussen. In andere niet en doet men alsof de daklozen niets kunnen. Ook de psychische begeleiding van de daklozen verschilt erg van centrum tot centrum. Men zou toch eens een tabel kunnen maken van de sterktes en zwaktes van elk huis dat zich ermee bezighoudt en de zwakkere aan te sporen de good practices van de andere te volgen.

    Wat de ziekenhuizen betreft wensen we er nogmaals de aandacht op te vestigen dat de talenkennis van onthaalmedewerkers, dokters en verplegend personeel zeer belangrijk is. Jullie weten het allemaal: als je ziek bent, ben je vaak niet meer in staat je in een andere taal uit te drukken. Daarnaast moet er inderdaad gezorgd worden voor overzichtelijke facturen en moet op voorhand duidelijk aan de patiënten verteld worden wat de kostprijs is van elke ingreep of service.

    Omdat er onvoldoende verplegend personeel is, is het ook belangrijk een flexibel personeelsbeleid te voeren en er bijvoorbeeld voor te zorgen dat voor de mensen die het eten opdienen niet noodzakelijk een verplegersdiploma vereist is. Daarnaast moet het mogelijk zijn om bepaalde extra’s zoals maaltijden, telefoon enz. niet te bestellen en er dus niet voor te betalen.

    Ook de armoedebestrijding mag niet aan onze aandacht ontsnappen. Naast aandacht voor de logistieke ondersteuning van arme mensen zoals eten en huisvesting, moeten mensen die in armoede leven ook beschermd tegen depressie. Mensen in armoede hebben vaak al vele tegenslagen achter de rug, vele verliezen opgestapeld, niet alleen financieel maar ook emotioneel.
    Soms kunnen deze mensen op redelijk eenvoudige wijze uit de armoede geraken maar zien ze de uitweg niet. Door gefocust te zijn op het aan elkaar knopen van de eindjes elke maand. Begeleiding mag zich dus niet beperking tot medeleven, goede raad en moed zijn even belangrijk.

    Mensen meer zelfvertrouwen geven biedt hen ook meer kansen. Het zou misschien geen slecht idee zijn om een systeem kennisoverdracht uit te werken, waarbij mensen die succesvol zijn mensen tijdelijk helpen die in armoede leven en mensen die in armoede leven hun ervaringen delen met welgestelde mensen. Voor beide is dat zeker een verrijking van hun leven. Er zijn heel veel mensen die veel meer willen doen dan alleen maar geld storten voor goede doelen. En er zijn ontzettend veel mensen die in armoede leven met een enorme levenservaring die ze kunnen delen.

    Els Ampe
    Fractieleider Open Vld
    20 oktober 2011