Les news

Opinie Ayoub El Azzaoui - Laat ons niet vergeten dat een jongeman het leven verloor.




De hel brak los
BRUSSEL - Enkele uren na de constructieve meeting die ik met korpschef Jurgen De Landsheer (politiezone Brussel-Zuid) had over het bevorderen van de relatie tussen politie en Brusselse jongeren, brak de hel los in Schaarbeek.
De afgelopen weken, maanden en zelfs jaren hebben verschillende actoren hun stem laten horen in dit debat na de talrijke incidenten tussen Brusselse jongeren en de ordediensten. Bovendien vormen de  gemediatiseerde incidenten slechts een  kleine minderheid van alle gevallen waarmee de politie wordt geconfronteerd. Lang ben ik stil gebleven,  luisterend naar menig opiniemaker of politicus die helemaal niet vertrouwd is met de Brusselse context.
Aangezien de zaken nu pas benoemd worden, kan ik hen ook deze onwetendheid niet kwalijk nemen.. Desalniettemin mis ik nog steeds een deel van de  probleemstelling in de huidige discussie en klom ik daarom in de pen. 

Het is heel frustrerend voor de ordediensten om op maandag een jongere van zijn vrijheid te  beroven na een misdaad en diezelfde jongere een week later tegen te komen tijdens dezelfde werkshift. Dat  betekent ter verduidelijking ook niet dat die jongere in kwestie is vrijgesproken, vrijgelaten is immers niet hetzelfde als vrijgesproken. Voor de tegenpartij is het dan weer heel frustrerend om een paar uur na een willekeurige identiteitscontrole, alweer een controle te ondergaan. Uiteraard is een lik op stuk beleid een deel van de oplossing om de straffeloosheid in te perken. Het geweld van bepaalde jongeren is immers geenszins goed te praten. De cruciale vraag die we ons echter ook moeten durven stellen in deze discussie, is als je daarmee ook het onderliggende structurele probleem oplost. Een belangrijk gegeven bijvoorbeeld in deze overweging is dat de vertrouwensband tussen de politie en de jongeren in Brussel reeds lange tijd verbroken is.  

De grootstedelijke realiteit
Op een koude herfstavond, stopte een politieauto ter hoogte van een tankstation op een steenweg in Brussel om mij te vragen waarom ik zo’n haast had. Ik legde hen bedeesd uit dat als ik voor middernacht niet thuis was, ik het volgend weekend niet zou mogen gaan feesten. Op dat moment verwachtte ik dat ze gingen uitstappen om over te gaan tot een identiteitscontrole, maar dat gebeurde niet. De politieagenten vroegen hoe ver ze moesten rijden en ik stapte vervolgens in. Het werd een korte, maar de meest empathische en uiterst vriendelijke ontmoeting. Een ervaring met de politie die me zodanig is bijgebleven dat ik  alle daaropvolgende negatieve ervaringen met de politie kon relativeren, wetende dat niet alle politieagenten dezelfde zijn. Wat u gisteren in Brussel zag, ging niet enkel om Ibrahima. Het ging ook om Adil, Mehdi, Akram, Amine en de vele andere zielen die het leven hebben verloren tijdens een politie-interventie. Opgehitste menigten die de boel bont slaan is het laatste wat de rouwende familie van Ibrahima had gewild.

Toch is de grootstedelijke context een botspunt voor sommige agenten die niet genoeg vertrouwd zijn met de  Brusselse context. Je kan het misnoegen die uit de talrijke getuigenissen van de Brusselse burgers voortvloeien ook niet naast je laten liggen. De meeste politieagenten starten vol enthousiasme en idealisme aan hun  carrière, maar dat idealisme maakt na enige werkervaring snel plaats voor verzuring. Dat kan je hen ook niet  verwijten, de grootstedelijke realiteit is soms bikkelhard en de werklast torenhoog.

Ayoub El Azzaoui
Ondervoorzitter Jong VLD Brussel