Les news

De toekomst van Brussel is niet ééntalig of tweetalig, maar is meertalig!




Antwoord van minister Guy Vanhengel op vragen met betrekking tot het taalgebruik op school en de visietekst meertalig onderwijs van het GO!

Geachte collega's,

Begin september 2017 publiceerde het Gemeenschapsonderwijs (GO!) haar visietekst "Inspelen op de meertalige realiteit in het GO!". Enkele elementen uit deze tekst werden eind november opgepikt door de media, waarbij een weinig genuanceerd debat ontstond.

Wat zijn nu de doelstellingen van de VGC op het vlak van taligheid en meertaligheid?

Voor de VGC is het bieden van maximale ontwikkelingskansen voor alle leerlingen in het Brussels Nederlandstalig onderwijs dé prioriteit. Dat wil zeggen dat de VGC de scholen ondersteunt zodat alle leerlingen de eindtermen behalen. Het gaat dan om de eindtermen voor het Nederlands, die voor de andere aangeboden talen (Frans, Engels, en andere), die voor alle specifieke leerinhouden en die voor de vakoverschrijdende eindtermen. 

Zoals bepaald door de Vlaamse decreetgeving, heeft het Nederlands als instructietaal een zeer groot belang, aangezien leerlingen zowel Nederlands leren als ín het Nederlands leren. Een goede beheersing van het Nederlands blijft een streefdoel voor iedereen. Dit betekent dat we in ons beleid inzetten op Nederlands in en buiten de klas, tijdens en buiten de schooluren. Zo is het ook één van de belangrijke doelen in onze bredeschoolwerkingen, in het ondersteuningsaanbod van het Onderwijscentrum Brussel (OCB), in de subsidiereglementen voor scholen en in de speelpleinwerking.

Naast het behalen van eindtermen en een diploma heeft het onderwijs ook een taak op vlak van socialisatie en persoonlijke ontwikkeling. Leerlingen moeten enerzijds de kans krijgen om hun talenten en meerlagige identiteit te ontwikkelen anderzijds zich voorbereiden op het samenleven in een diverse, meertalige grootstad. 

Aangezien dit geldt voor zowel de anderstalige als de Nederlandstalige leerlingen, willen we scholen ondersteunen om de taaldiversiteit optimaal te benutten. We bieden de scholen ondersteuning aan om een pedagogie te ontwikkelen waarbij, zowel de Nederlandstalige als de anderstalige leerlingen, maximaal worden gestimuleerd in de ontwikkeling van hun eigen talig potentieel, met de bedoeling de leerkansen te verhogen.

Meertaligheid op school, hoe zit dat nu?

Meertaligheid is een realiteit in het Nederlandstalig onderwijs in Brussel. De vraag is daarom niet OF we rekening moeten houden met de meertaligheid van de leerlingen, maar HOE. De visie op het omgaan met meertaligheid in onderwijs van de VGC en het OCB is gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek, maar ook op jarenlange ervaring en inzichten uit de praktijk. We vertrekken daarbij vanuit de volgende basisinzichten:

  1. Taalontwikkeling is een proces van jaren, dat niet voor iedereen gelijk loopt. Het is niet omdat anderstalige leerlingen nog niet hetzelfde niveau van Nederlands beheersen als hun Nederlandstalige leeftijdsgenoten, dat zij te kampen hebben met nefaste taalachterstand. Hun taalontwikkeling is nog volop bezig en moet de kans krijgen om te groeien, zonder geproblematiseerd of gedramatiseerd te worden.
  2. Taalontwikkeling wordt beïnvloed door de kwaliteit van de moedertaal of moedertalen. De verwerving van een tweede taal is immers afhankelijk van het vaardigheidsniveau in de eerste taal. Het is dus gemakkelijker om een tweede taal te verwerven wanneer de eerste taal beter ontwikkeld is. Hoe beter de moedertaal of moedertalen ontwikkeld zijn, hoe beter een kind andere talen zal verwerven.
  3. Taalontwikkeling wordt beïnvloed door de sociaal-economische thuissituatie. In kwetsbare gezinnen wordt, gemiddeld, meer gebruik gemaakt van routinetaal. Opvoedingsondersteunende initiatieven die inzetten op het belang van de moedertaalontwikkeling thuis, zoals die van Brusselleer, zijn dan ook heel belangrijk. Omgekeerd, de kracht van onderwijs als sociaal-economische motor in de strijd tegen kansarmoede, hoeft geen betoog.
  4. Taalontwikkeling wordt beïnvloed door de interne motivatie voor het leren van een taal en door de wisselwerking tussen de leerling en zijn omgeving. Een positieve attitude van ouders en school ten opzichte van de verschillende talen die een kind leert, motiveert het kind en heeft zo een positieve invloed op het leerproces. Zoals we van leerkrachten verwachten om interesse te hebben voor de taalachtergrond van hun leerlingen, verwachten we ook van de ouders dat ze actief interesse tonen voor de schooltaal, het Nederlands. Het ouderbeleid van de school moet hieraan de nodige  aandacht besteden.
  5. Het leren van een taal vergt een goed taalaanbod, veel spreekkansen en een positieve feedback. Niet enkel kwantiteit is daarbij belangrijk, maar ook de kwaliteit. Overigens, het leren van talen is geen 'zero sum game', het leren van één taal sluit het leren van andere talen niet uit.

Vanuit deze basisinzichten werkt de VGC, conform de VGC-visietekst over taalbeleid van 25 november 2010, met de scholen, aan een passend taalbeleid op school. De manier waarop dat gebeurt, valt niet uniform in te vullen voor alle scholen, er is niet één antwoord op de diverse en complexe taalsituaties in onze scholen. Het OCB hanteert enkele principes die belangrijk zijn voor iedere school die op een goede manier wil omgaan met meertaligheid. 

  • Rekening houden met en inspelen op de specifieke contextfactoren van de school (zoals bijvoorbeeld de achtergrond en noden van de leerlingen);
  • Uitwerken van een gedragen visie met het schoolteam, de leerlingen, de ouders, partners,…;
  • Meertaligheid op school zichtbaar en bespreekbaar maken, met leerlingen hierover in dialoog gaan, met een positieve houding ten opzichte van hun talige achtergrond;
  • Aandacht hebben voor resultaten: regelmatig evalueren en bijsturen waar nodig.

Deze methodiek wordt toegepast in de scholen die een beroep doen op ondersteuning van het OCB, waaronder uiteraard ook de eigen scholen van de VGC, het buitengewoon onderwijs van Kasterlinden en Zaveldal, al kan de aanpak verschillen per individuele leerling, gezien de bijzondere noden van deze leerlingen.

Als scholen, zoals die van het GO!, doordacht de beslissing namen om thuistalen een duidelijke plaats te geven in de pedagogische aanpak, dan kan dit om verschillende redenen, een meerwaarde zijn:

  • Het vergroten van de kennis van de leerkracht van de leerlingen door het in kaart brengen van het taalgebruik van de leerlingen. 
  • Werken aan taalsensibilisering via de thuistalen in de klas.
  • De positieve impact op het welbevinden en de motivatie van de leerlingen.
  • Het gericht inzetten of toelaten van de thuistaal ter ondersteuning van het leerproces (bv. kort iets laten uitleggen en vertalen door een medeleerling).
  • Door alle leerlingen gedragen, realistische afspraken over het taalgebruik op de speelplaats.

Concreet, wat is het aanbod van het OCB?

Omgaan met meertaligheid is een uitdaging voor elke school. Het is de opdracht van elke school om een dynamisch taalbeleid te ontwikkelen op maat van hun context, mogelijkheden, pedagogisch project,…  Het OCB ondersteunt scholen en leerkrachten in dit proces, op verschillende manieren:

  • Leerkrachten kunnen terecht in de Onderwijsbibliotheek voor achtergrondliteratuur en materialen.
  • Bij het uitwerken van een talenbeleid kunnen schoolteams een beroep doen op ondersteuning op maat. De OCB-vorming "Talenknoop of talenknobbel" geeft leraren inzicht in meertalige taalverwerving en hoe zij daarop kunnen inspelen in de klas. In de OCB-vorming "spel, spelen, en speelplaats", krijgt het reflecteren over taal en meertaligheid ook een belangrijke plaats.
  • Verder organiseert het OCB sinds het schooljaar 2016-2017 ook een intervisie, met meerdere sessies per jaar, over meertaligheid. Deelnemende scholen denken er samen na over de verschillende aspecten van meertaligheid: het in kaart brengen van de talen van leerlingen, omgaan met verschillende talen op de speelplaats; de rol van de Brusselse context, wetenschappelijke inzichten in relatie tot de Brusselse onderwijscontext…

Samengevat, de VGC past de visietekst over het taalbeleid uit 2010, consequent toe. We blijven gaan voor de permanente aandacht voor het Nederlands in en rondom de school én voor een open houding ten aanzien van andere talen. De focus van de VGC en haar OCB blijft liggen op de versterking van het Nederlandstalig onderwijs in Brussel, binnen de krijtlijnen van de goedgekeurde taalbeleidsvisie en binnen de afspraken met de school, die het taalbeleid concretiseert.

Ik hoop u aan de hand van deze antwoorden voldoende geïnformeerd te hebben.

Guy Vanhengel

Minister

Collegevoorzitter