Les news

Gesprek met de Vlaamse minister van Sport over het sportbeleid in Brussel




Op 12/07 was de Vlaamse minister van Sport te gast in de Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie voor een gedachtenwisseling over het sportbeleid in Brussel. Lees hieronder de tussenkomst en de vragen van raadslid René Coppens.


Geachte Voorzitter,

Beste Collega’s,

Geachte Minister, bedankt voor uw komst naar de Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie. Het verheugt mij dat u hier vandaag aanwezig bent om rechtstreeks met ons, raadsleden, van gedachten te wisselen over een onderwerp dat velen hier nauw aan het hart ligt: het sportbeleid in Brussel.

Want sport is veel meer dan louter en alleen lichamelijke inspanningen leveren en fysieke prestaties neerzetten. Het belang van sport voor de maatschappij in haar geheel en het individu in het bijzonder hoeft geen betoog. Sport is goed voor de gezondheid, bevordert sociale integratie, vergroot het zelfbewustzijn en leert mensen omgaan met winst en verlies. Sport maakt burgers sterker, in alle betekenissen van het woord. Sport brengt Brusselaars, jong en oud, met diverse achtergronden, dichter bij elkaar. Zeker in een kosmopolitische en superdiverse grootstad als Brussel fungeert sport als een factor die mensen met elkaar verbindt en gemeenschap vormt. 

Het is dan ook van het allergrootste belang dat er in de eerste plaats moet voldaan worden aan de materiële voorwaarden die essentieel zijn voor het optimaal beleven en beoefenen van sport. Dit vereist state-of-the-art sportinfrastructuur en daar knelt nu precies het schoentje in Brussel. 

Collega’s,

Het probleem is intussen genoegzaam bekend. De noden zijn legio. De sportinfrastructuur is over het algemeen verouderd en er is behoefte aan ruimte voor specifieke sportdisciplines.

Brussel kreunt daarenboven onder een nijpend tekort aan zwemwater. Niet alleen ten voordele van professionele sporters, maar ook voor zwemclubs en specifieke doelgroepen zoals senioren, recreatieve zwemmers en personen met een handicap. 

Het dossier van de zwembaden is niet alleen in het Brussels Parlement, maar ook in de Raad van de VGC de voorbije jaren al meer dan eens onderwerp van discussie geweest. En niet onterecht. Vraag en aanbod zijn nog onvoldoende op elkaar afgestemd en de aanwezige sportinfrastructuur moet hier en daar dringend gemoderniseerd worden. Het probleem is het meest acuut in het noorden van Brussel. 

Samenwerking tussen de verschillende beleidsniveaus en cofinanciering is naar mijn mening essentieel om tot structurele oplossingen te komen. 

De complexe institutionele structuur maakt de besluitvorming en een daadkrachtig optreden er niet gemakkelijker op. Er zijn ten eerste de 19 Brusselse gemeenten die deels bevoegd zijn. Daarnaast zijn er de gemeenschappen en de gemeenschapscommissies, die hun eigen sportinfrastructuur kunnen inrichten, samenwerkingsverbanden opzetten en subsidies voor sportfaciliteiten toekennen. En dan is er sinds de zesde staatshervorming nog een andere speler op het toneel verschenen: het Brussels gewest, bevoegd voor de financiering en subsidiëring van de gemeentelijke sportinfrastructuur. 

Collega’s,

Een versnipperd speelveld vereist overleg en coherentie. 

Om de broodnodige kwalitatieve infrastructuurprojecten te kunnen realiseren, zullen het Brussels gewest, de gemeenschappen, de gemeenschapscommissies en de gemeenten, binnen het kader van hun respectievelijke bevoegdheden, nauw met elkaar moeten samenwerken. Het betreft hier een collectieve verantwoordelijkheid. Voor de bouw en renovatie van onze sportinfrastructuur is het van het grootste belang dat de verschillende beleidsniveaus in Brussel hun beleid op elkaar afstemmen. Daar is ook het Brussels gewest, zo heb ik begrepen, vragende partij voor.

Geachte minister,

Welke inspanningen heeft u als bevoegd Vlaams minister al geleverd om iets te doen aan het tekort aan openbare zwembaden en een evenwichtige geografische spreiding? Welke maatregelen kan men vanuit Vlaanderen nemen om het tekort aan sportinfrastructuur op korte termijn en op lange termijn zoveel mogelijk weg te werken? 

Om de historische achterstand in te lopen en rekening houdend met de Brusselnorm en de Brusseltoets, stelt de VGC-administratie voor om op jaarlijkse basis een vaste dotatie specifiek voor investeringen in sportinfrastructuur toe te kennen aan de VGC. Hoe staat u tegenover dit voorstel? 

Hoe verloopt de samenwerking met het bevoegde VGC-Collegelid Smet en de bevoegde Brusselse staatssecretaris Lanaan? Worden er op regelmatige tijdstippen overlegmomenten georganiseerd? 

Een andere kwestie die ik kort zou willen aankaarten, is die van het Bloso-sportcomplex. In het Vlaams Regeerakkoord staat te lezen dat u de mogelijkheid zal onderzoeken van het oprichten van een Vlaams sportcentrum in Brussel. Adeps heeft vandaag drie sportcentra in Brussel. Sport Vlaanderen (het vroegere Bloso) nog geen enkele. Wat is de stand van zaken omtrent de oprichting van een Vlaams sportcentrum in Brussel? Waarom is er tot op heden nog geen Bloso-sportcentrum in Brussel? Van welke factoren zal de beslissing afhangen of er al dan niet een sportcomplex komt? De VGC wil hiervoor alleszins nauw samenwerken om dit ambitieuze project te bewerkstelligen.

Geachte Minister,

Sport is eveneens een cultureel fenomeen. Het roemrijke Belgische sportverleden en de evolutie van sport als dusdanig, verdienen dan ook veel meer aandacht dan vandaag het geval is. 

Ex-IOC-voorzitter Jacques Rogge zei daarover in 2015, en ik citeer: "Sporterfgoed is van heel groot belang omdat er geen toekomst is als we het verleden geen eer brengen. En het besef is er bij sportleiders om het erfgoed te bewaren en te beschermen. Sportleiders zijn daar gevoelig voor." Einde citaat. 

Ook Brussel heeft een rijke sportgeschiedenis en een sportpatrimonium om ú tegen te zeggen. Laten we niet vergeten dat de belangrijkste sportfederaties (KBVB, BOIC) zich op Brusselse bodem bevinden. Het spijtige van de zaak is dat hun archieven nauwelijks deftig ontsloten zijn. 

Daarom had ik de minister ter afsluiting graag nog de volgende vragen gesteld:

- Hoe staat u als minister van Sport tegenover de erfgoedwaarde van sport? 

- En vindt u niet dat bvb. het Sportimonium de opdracht heeft om ook het Brusselse sporterfgoed beter te ontsluiten? De VUB zou daarbij als academische partner kunnen optreden.

Ik dank u voor uw reactie en uw antwoorden.