Les news

Naar permanent verantwoorde uitgaven




De regering stond voor een moeilijke opgave: ze moest een lekkere schotel bereiden zonder al te veel ingrediënten, zonder saus noch boter. Maar minister Vanraes blijkt een creatieve kok te zijn en dat in navolging van minister Vanhengel, die ondertussen in een ander restaurant staat.

De schotel is eenvoudige Brusselse kost. De kok heeft de tering naar de nering gezet. Voor de Open Vld fractie volstaat deze schotel, want in tijden van crisis moet je de broeksriem aanhalen.

Het kan ook geen kwaad dat de overheid op dieet gaat. Ze kan er maar gezonder op worden. Dit is het uitgelezen moment om elke uitgave in vraag te stellen. Je af te vragen in hoeverre elke uitgave bijdraagt tot de welvaart en het welzijn van de Brusselaars op korte én op lange termijn.

Want de lange termijn, dat is wat ons politici moet bezighouden. Wij moeten verantwoordelijk zijn en het kader uittekenen dat het mogelijk maakt voor mensen om hun geluk na te streven. Elke mens is op een andere manier gelukkig. Het is dus niet aan de overheid te bepalen wat mensen gelukkig maakt. Het is aan niemand behalve elke individuele mens zelf om te bepalen met welk leven hij of zij gelukkig is. De overheid moet er wel voor zorgen dat elke mens de vrijheid én de kansen krijgt om dat geluk te zoeken. Niet alleen gelijke startkansen zijn belangrijk, ook herkansingen zijn nodig. Geen enkele mens rijdt immers een foutloos parcours.

Elke mens is anders en elke mens groeit op in een andere omgeving en met een ander startpakket. De ene is arm geboren, de andere rijk. De ene is gezond, de andere ziek. Je hebt niet de vrijheid om je startpakket te kiezen. Maar, de overheid moet je wel de vrijheid gunnen om te bepalen waar je heen gaat. Als je ouders je geen eten kunnen geven, moet de overheid dat doen. Als je ouders je geen kennis kunnen geven, moet de overheid die kennis aanbieden. Als je ouders je niet kunnen verzorgen, is dat ook een taak van de overheid. Echter, de overheid moet ouders ook leren verantwoordelijk te zijn, leren hoe ze in hun onderhoud en dat van hun kinderen kunnen voorzien, leren hoe ze hun kinderen kunnen verzorgen en opleiden.

Deze cirkel van solidariteit en verantwoordelijkheid is noodzakelijk om de vicieuze cirkel van armoede te doorbreken. Wij mogen als maatschappij niet aanvaarden dat mensen wegkwijnen noch dat ze hun verantwoordelijkheden ontlopen.

Dit is een essentiële opdracht van de overheid: zorgen dat mensen zoveel mogelijk zelfredzaam zijn op lange termijn. Uiteraard moeten we op korte termijn brandjes blussen. Wie vandaag honger heeft, heeft vandaag eten nodig. Maar als we onze rol beperken tot het voeden van de hongerigen van de dag, maken we op de duur elke mens tot bedelaar.

Investeren in mensen, dat is onze opdracht. Dit is ook de opdracht waarop de regering niet bespaart. Er zullen meer coaches worden ingezet om werkzoekenden aan een job te helpen, zonder extra personeel aan te werven.

Ook de studies voor nieuwe infrastructuurwerken, zoals de uitbreiding van de metro, worden aangevat. Mensen mobiel maken is immers mensen kansen geven.

Elke begrotingspost werd onder de loep genomen, maar de tijd was kort. Ik ben er dan ook van overtuigd dat er nog heel wat besparingsmogelijkheden zijn indien men het komende jaar gebruikt om ze te zoeken. Iedereen weet dat alleen een lang aangehouden dieet resultaten oplevert en zorgt voor een gezond lichaam. Daarom moeten wij, ondanks de heropleving van de economie volgend jaar, waakzaam blijven tegenover spilzucht.

Niet alleen de politici moeten van deze gedachte doordrongen zijn, we moeten ook onze ambtenaren betrekken in onze zoektocht naar besparingen. De ambtenaren weten beter dan wie ook hoe de diensten beter en zuiniger kunnen. Daarom stel ik voor dat het Brussels gewest een wedstrijd organiseert onder haar ambtenaren voor het meest originele besparingsvoorstel. Ik deed dat voorstel al in de Vlaamse Gemeenschapscommissie en collegelid Bruno Delille ging daar graag op in.

We zouden ook veel kunnen besparen op een meer efficiënte manier van schuldbeheer van de Brusselse gemeenten.

Ministeriële kabinetten en het Brussels parlement kunnen ook besparen op hun werking. Ministers zelf en de parlementsleden zouden eveneens een inspanning kunnen leveren. De extra vergoeding van de Minister-president bijvoorbeeld, die van de Voorzitter van het parlement of die van de bureauleden. Maar men mag niet in populisme vervallen. Er zijn hier bureauleden die graag hun bijkomende vergoeding aan een vzw willen schenken omdat ze en ik citeer "toch maar anderhalf uur per week daarmee bezig zijn". Straffe uitspraak is dat, want je kan je toch wel vragen stellen bij het feit dat een bureaulid maar anderhalf uur per week met het Bureau bezig is. Er weze aan herinnerd dat het Bureau zich ontfermt over alle personeelszaken (examens, evaluaties, aanwervingen, ontslagen, etc.), het onderhoud en de verbouwingen van en in het parlement, de relaties met andere parlementen, aankopen, aanbestedingen, publicaties, etc. Als sommige collega's daarvoor slechts een uur per week uittrekken, is dat hun invulling van hun verantwoordelijkheid terzake. Maar niet de onze.

Sinds enige tijd denken onze Open Vld bureauleden na over hoe we op de werking van het parlement zouden kunnen besparen. Overdreven verlichting, gratis drank voor de fracties, lege parking tijdens het weekend, te veel auto's en chauffeurs voor het parlement... slechts enkele denkpistes van onze bureauleden. Het is immers de taak van elk bureaulid om zich te bekommeren over het beheer van ons parlement.

Herman Brood zei "als het op is worden we zuinig". Die zuinigheid is ook nodig als het niet op is, want we moeten een buffer inbouwen voor het geval een volgende crisis op ons afkomt. Het laatste wat we zouden willen is dat er stemmen opgaan om terug te grijpen naar ouderwetse recepten zoals het verhogen van de belastingen voor de Brusselaar.

De Open VLD fractie zal deze begroting goedkeuren en vraagt onze creatieve kok om op de ingeslagen weg verder te gaan.