Les news

Opinie: Nood aan een sereen debat over de dekolonisering van onze publieke ruimte




ELSENE - 20/06/2020, Ook zonder vergunningen zien we al diverse standbeelden van Leopold II uit het straatbeeld verdwijnen. Dit mag niet leiden tot een wegmoffelen van de geschiedenis. Zowel de mooie als de minder mooie momenten in onze geschiedenis moeten we blijven herinneren om samen vooruit te kunnen. Het schrikbewind van Leopold ll laat niemand onbetuigd. Zeker in Elsene, met de Matongewijk, eisen mensen terecht het debat over het koloniale opsmuk in onze publieke ruimte niet uit de weg te gaan. Dat er daarnaast vandaag nog steeds structureel racisme is maakt het onderwerp extra beladen. We moeten gevoeliger worden voor deze realiteit en we moeten nu handelen. Toch zal het weghalen van een standbeeld alleen geen wondermiddel blijken. Integendeel, het debat over het al dan niet weghalen van standbeelden moet gevoerd worden. Context is hierbij essentieel.

Toen Brussel in de 19e eeuw een neoclassicistische facelift kreeg was het essentieel om nationale figuren te verheerlijken op grote publieke pleinen en parken. Intussen kijken we natuurlijk op een heel andere manier naar verheerlijking en inrichting van publieke ruimten. Toch is het net daarom dat we het esthetische aspect van dergelijke standbeelden in zijn bredere architecturale contact meenemen in het debat. Het gaat immers ook om architecturaal erfgoed, dat bijdraagt aan de schoonheid van onze stad. Een stad waar wij trots op zijn. 

 

Natuurlijk staat stadsontwikkeling niet stil. Zo zijn er sindsdien monumenten bijgekomen en verdwenen. Soms met pijnlijke gevolgen, denk maar aan de afbraak van het Volkshuis van Horta. Dat de Brusselaar gevoelig is als het gaat over verwijderen van monumenten moet dus ook begrepen worden. Met ons cultureel erfgoed moet omzichtig omgesprongen worden
en een beeldenstorm lost niets op. Eenvoudig weghalen laat ook een leegte achter. Gaan we dan enkel de positieve elementen uit het verleden, zoals de 19e eeuwse liberaal Georges Lorand die toen al protesteerde tegen het beleid van Leopold II, in ons straatbeeld dulden? Dekoloniseren mag geen window dressing zijn, een vluchtige handeling waarin slechts enkele straatnamen veranderd worden of beelden naar een museum verplaatst worden. We moeten het belang van deze symbolische ingreep erkennen, maar ook dat de impact beperkt zal zijn als het enkel hierover gaat. 

Er gaan vele stemmen op deze gelegenheid aan te grijpen om te zoeken naar nieuwe symbolen. Op sociale media horen we bijvoorbeeld de suggestie om een bronzen plaat met uitleg aan zijn sokkel toe te voegen. Om Leopold II beklad te laten staan. Om hem te omringen met Afrikaanse kunst. Om een hand af te hakken. Om hem te verwijderen en een bronzen plaat achter te laten: “hier stond Leopold II, nu in museum… Verwijderd omwille van…”. We moeten het pakket van mogelijkheden bekijken. In sommige gevallen kan het weghalen een goed of het juiste antwoord zijn maar misschien niet in alle gevallen. Laat ons samen zoeken naar symbolen die onze huidige waarden voorstellen. Dekoloniseren van onze stad is nodig maar iets verwijderen mag niet betekenen dat we onze ogen sluiten. Wel integendeel. Het moet een handeling zijn ter onderschrijving van de mensenrechten en de fundamentele waarden van de liberale democratie waarin elke burger een plaats moet vinden. 


Tot we dat bereikt hebben moeten we ook erkennen dat onze plek soms mede bepaald wordt door de ander. Jacques Brel heeft ooit gezegd dat hij pas op reis in Frankrijk bewust werd dat hij Belg is, omdat ze hem daar “Belg” noemden. Bij ons was hij Brusselaar. Dit bewustwordingsproces waarbij we een identiteit opgeplakt krijgen, mag ons echter niet verleiden tot een identitaire politiek. Een taal zoeken om een onrecht te duiden mag niet het eindpunt zijn. Het moet de aanvang zijn van een gesprek over de toekomst. We moeten discriminatie erkennen en aanpakken zonder sectair denken te voeden. Daar ligt de uitdaging voor een liberaal. 

We stellen daarom voor om de dialoog aan te gaan en dit moment aan te grijpen als een unieke gelegenheid om te spreken over de inrichting van onze publieke ruimte maar ook over mensenrechten en democratie. We moeten het gesprek in de straten te brengen. Dit is een moment voor een sereen debat over waar we met onze maatschappij heen willen. We zullen daarom ook diverse vertegenwoordigingen in onze gemeente benaderen om hun noden beter te begrijpen. 



Jelmen Haaze & Valérie Libert

Open Vld Elsene