Les news

René Coppens over de beleidsverklaring 2016-2017 van het College van de VGC




Wat voor ons ligt is de Beleidsverklaring 2016-2017 van het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie. Deze beleidsverklaring geeft een klaar kijk op de beleidsdoelstellingen die tegen het einde van de legislatuur gerealiseerd zullen worden en biedt een helder en hapklaar overzicht van de concrete actiepunten die daartoe leiden. 

Bij het lezen van de nota ging mijn aandacht vooral uit naar de actiepunten betreffende het sociaal-cultureel werk, te vinden onder de titel ‘Brussel, levende stad’. In die zin dat de VGC de Brusselaars dichter bij elkaar brengt. 

In dat verband ben ik verheugd dat het College in de eerste plaats verder blijft investeren in infrastructuur, een noodzakelijke materiële voorwaarde om het gemeenschapsleven in Brussel te stimuleren en Brusselaars met gedeelde interesses structureel en in de beste omstandigheden samen te brengen. Degelijke infrastructuur is essentieel voor het optimaal beleven en beoefenen van cultuur, jeugdwerking en sport. 

Zo werden er al nieuwe jeugdhuizen in Oudergem en Jette opgericht. Nog in uitvoering zijn de vernieuwing van de oude Rinck in Anderlecht en de uitbreiding van De Zeyp, die mij zeer genegen is, met de bouw van een nieuw lokaal dienstencentrum dat samen met de nieuwe bibliotheek naast het bestaande gemeenschapscentrum wordt opgetrokken. 

En daarnaast zijn er nog heel wat andere projecten op til. De Vaartkapoen in Molenbeek staat in de stijgers en in Neder-over-Heembeek is de VGC bezig met de bouw van een LDC, een gemeenschapscentrum en een bibliotheek die hetzelfde gebouw zullen gehuisvest zijn. 

De VGC zet het komende jaar ook volop in op de toegankelijkheid van de infrastructuur. Voor het einde van de legislatuur zullen alle LDC’s beschikken over de geschikte omkadering. In dat verband druk ik de VGC nog eens graag op het hart om te blijven toezien op de kindvriendelijkheid van de infrastructuur en de gebruiksvriendelijkheid ten overstaan van mindervaliden en ouderen.

Het College belooft daarnaast uiteraard ook verder in te zetten op de ondersteuning van onze sociaal-cultureel verenigingsleven. Het is bovendien positief dat de VGC de komende maanden terugblikt op 15 jaar lokaal cultuurbeleid en een balans opmaakt van de verwezenlijkingen die zijn gebeurd, de doelstellingen die we nastreven en de uitdagingen waar we voor staan. 

De VGC investeert ook in “verbeelding”, om de woorden van de beleidsverklaring te gebruiken. De aandacht zal de komende maanden vooral uitgaan naar de instroom en doorgroei van Brusselse kunstenaars. De overheid heeft in dit verband de belangrijke taak kunstenaars de kansen te geven om zich in alle vrijheid creatief te ontplooien. 

De plannen met betrekking tot À Fonds, het jongerenfonds, worden mijns inziens nogal cryptisch omschreven in de beleidsverklaring. Wat wordt bedoeld met “de richtingaanwijzers die de administratie voor hen (de jonge Brusselaars) uitzet om hun verbeelding in praktijk uit te zetten”? En wat is een “administratie met verbeeldingskracht”? Wat betekent dit concreet voor de VGC? Ik vind dat de beleidsverklaring hierover nogal op de vlakte blijft.

Verder kijk ik ongeduldig uit naar het gemeenschappelijke filmbeleid die de gemeenschapscentra in samenwerking met het Vlaams Audiovisueel Fonds zullen uittekenen. Ik wil van de gelegenheid graag gebruik maken om op deze banken een lans te breken op het vlak van filmpromotie. 

Als de VGC een meerwaarde kan bieden in dit verhaal, dan is dat door Vlaamse en Nederlandstalige films beter bekend te maken bij Franstalige Brusselaars. Denk maar aan de organisatie van vertoningen in Franstalige culturele centra en bibliotheken en het opzetten van biculturele filmfestivals. Mogelijkheden te over. De promotie van Vlaamse en Nederlandstalige culturele producten bij een anderstalig publiek past volgens mij perfect in het beleid van onze instelling dat gericht is op culturele uitwisseling en een bredere verspreiding van de Nederlandse taal. 

Last but not least wil de VGC onze lokale bibliotheken ook grondig klaarstomen voor de toekomst. Dat doet ze door verder in te zetten op digitalisering en via de uitbouw van een lokaal en bovenlokaal collectiebeleid. Ik ben nieuwsgierig naar hoe de bibliotheek van de toekomst er precies zal uitzien en welke de krachtlijnen zijn van het lokale en bovenlokale collectiebeleid waarvan sprake. 

We zijn halverwege de legislatuur. Het glas is niet halfleeg, maar halfvol. Er is al veel gerealiseerd, maar het College zit duidelijk vol ongeduld te trappelen om zijn plannen ten uitvoer te brengen. Ik zie nog veel positieve verwezenlijkingen in het vooruitzicht. Er staan talrijke zinvolle projecten op de agenda van het komende jaar. Ik wens de Collegeleden en de administratie dan ook veel succes met de verdere uitvoering van het regeerakkoord en de beleidsverklaring.

René Coppens