In de Commissie Binnenlandse Zaken van het Brussels Parlement werd de minister-president ondervraagd over de statutarisering van contractuelen in lokale besturen. René Coppens erkent het belang van het statutariseren van gemeentepersoneel, maar pleit niettemin voor pragmatisme.

Het Sociaal Handvest van 28 april 1994 omtrent de harmonisatie van het administratief statuut van de plaatselijke besturen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest onderscheidt twee types van arbeidsbetrekking in de gemeenten: statutairen en contractuelen. Deze omzendbrief vermeldt dat het statutaire type de regel is en de contractuele tewerkstellingsvorm de uitzondering. Volgens collega Doyen klagen de gemeentebesturen en OCMW’s aan dat vandaag eerder het omgekeerde aan de gang is, dus meer contractuele aanwervingen dan statutairen. Kan de Regering dat bevestigen? Heeft de Regering cijfergegevens ter beschikking met betrekking tot het aantal statutaire en contractuele aanwervingen in gemeenten in 2014 en 2015?

Conform de Wet van 24 oktober 2011 op de financiering van de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten zijn de gemeenten verplicht een regularisatiebijdrage te betalen wanneer een contractueel personeelslid dat meer dan vijf jaar in dienst is in vast verband wordt benoemd. Collega Doyen wijst terecht op de zware kost voor de lokale besturen en het eventuele risico dat contractuelen niet meer vast worden benoemd. Wat is het standpunt van de Regering in deze problematiek? Hebben de gemeenten hierover al overleg gepleegd met het Gewest? Is de Regering van plan verdere maatregelen te treffen in dit dossier?

Om het statuteringsbeleid (een statutering is een aanwerving in een statutaire betrekking) van de gemeenten te ondersteunen, verleent het Gewest subsidies aan de lokale besturen. Het budget dat daarvoor in 2015 voorzien is, is 1 miljoen euro. De gemeenten ontvangen een forfaitair bedrag van 1.000 euro voor iedere nieuwe statutaire ambtenaar die benoemd is tussen 1 januari 2015 en 31 december 2015. Zij dienen daartoe een dossier in bij de administratie. Hebben de gemeenten al gereageerd op deze ondersteuningsmaatregel?

Collega klaagt aan dat contractuelen die heel hun leven in dienst waren van lokale besturen en aan de vooravond van hun pensioen staan, minder pensioenrechten genieten dan hun statutaire collega’s die hetzelfde werk hebben geleverd en hetzelfde traject hebben doorlopen. Ik vraag mij af over hoeveel mensen dat gaat. Hoeveel lokale personeelsleden die de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt, zijn contractueel?

In de Gewestelijke Beleidsverklaring staat dat de Regering “verder uitvoering zal geven aan een statutariseringsbeleid dat contractuele personeelsleden van alle niveaus daadwerkelijk de kans moet bieden toegang te krijgen tot een statutaire betrekking”. Dit wil ze bewerkstelligen door het regelmatig organiseren van examens. Uiteraard erken ik het belang van de statutarisaties, onder meer ter bescherming van mogelijke willekeur, maar toch pleit ik ervoor om te waken over de vereisten inzake tweetaligheid bij de benoeming van statutairen en ook om, rekening houdend met de hoge pensioenkosten die ermee gepaard gaan, pragmatisch met deze benoemingen om te springen.

---