Schepen René Coppens gaf naar aanleiding van het Feest van de Vlaamse Gemeenschap een toespraak over de rol van het Nederlands in Brussel. De integrale toespraak is hieronder te lezen. 

Mijnheer de Burgemeester,

Mijnheer de Voorzitter van De Zeyp,

Geachte volksvertegenwoordigers,

Waarde collega’s uit het Schepencollege en de Gemeenteraad,

Beste Ganshorenaars,

 

Eerst en vooral heet ik u allen van harte welkom op deze 11 juliviering in de mooie Raadszaal van ons Gemeentehuis. Dit prachtige historische kader biedt uiteraard de mogelijkheid om onze Vlaamse feestdag met de nodige stijl en luister te vieren.

 

Na de gebruikelijke toespraken worden verfrissende drankjes en smakelijke versnaperingen geserveerd en kan u verder genieten van het optreden van THE MINSTRELS. Ze mogen er straks nog eens een lap op geven!

 

Voor de cijferfetisjisten onder ons: het is vandaag 07 / 07 van het jaar ’17. Schoonheid zit soms in kleine dingen. 7 wordt in vele culturen beschouwd als een geluksgetal. Ik ben dan ook dankbaar het geluk te hebben hier vanavond, als Schepen van Nederlandse cultuur, het woord te mogen voeren.

 

Dames en heren,

11 juli is traditioneel de dag waarop de goede verstandhouding tussen de gemeente en haar Vlaamse inwoners en verenigingen nog eens extra in de verf wordt gezet. Dat is geen overbodige luxe. Die ene dag in het jaar herinnert ons aan de innige band tussen enerzijds de Vlaamse Gemeenschap en anderzijds Ganshoren, die – zoals u weet – van oorsprong een Vlaamse gemeente is. Die band is er altijd al geweest en zal, als het van ons afhangt, altijd blijven bestaan.

 

Beste Ganshorenaars,

Wat ons als Vlamingen met elkaar verbindt, is onze taal. Het Nederlands. Zeker in een kosmopolitische en superdiverse wereldstad als Brussel.

 

En het zal u misschien verbazen, maar het gaat wel degelijk erg goed met het Nederlands in de hoofdstad. Het Nederlands is hier gelukkig al lang niet meer de minderwaardige taal waarvoor ze gedurende decennia werd aanzien. Integendeel, het Nederlands heeft de laatste jaren alleen maar aan belang gewonnen.

 

Steeds meer Brusselaars, ook zij die hier niet zijn geboren, spreken de taal van Vondel. Ongegeneerd, ongedwongen en complexloos. Zeker bij de jongere generaties die in Brussel wonen, gaat de kennis van het Nederlands er spectaculair op vooruit. En het spreekt natuurlijk vanzelf dat dat alles te maken heeft met het succes van ons voortreffelijke Nederlandstalig onderwijs. Ere wie ere toekomt.

Nergens anders ter wereld zijn er zoveel anderstaligen die interesse tonen voor de Nederlandse cultuur, bereid zijn om het Nederlands te leren en daar tevens succesvol in slagen. Dat was vroeger wel eens anders. Dat het Nederlands vandaag de aandacht krijgt die ze verdient, is een troef voor Brussel en daar mogen we best trots op zijn.

 

Mensen zien zelf ook hoe langer hoe meer de voordelen in van een goede kennis van het Nederlands. Wie vandaag in Brussel Nederlands kent, vindt bijvoorbeeld sneller een job op maat. Het Nederlands is bovendien nu al een bindmiddel tussen Brusselaars met de meest uiteenlopende achtergronden. Dat komt de leefbaarheid in de grootstad ten goede en bevordert het wederzijdse begrip tussen verschillende bevolkingsgroepen.

 

Laat u dus niets wijsmaken. We zijn op de goede weg. Het Nederlands is geen taal van het verleden. Het Nederlands is niet met uitsterven bedreigd. Ook niet in Brussel. We mogen gerust stellen dat het Nederlands ondertussen zijn tweede adem heeft gevonden.

 

Laten we daarom niet enkel Vlaanderen, maar ook onze Nederlandse taal vieren. Niet alleen vandaag, maar alle dagen van het jaar. Laten we onze taal koesteren en uitdragen op een positieve manier. Laten we onze taal verder verspreiden en delen met anderen.

 

Beste vrienden,

Ter afronding wil ik graag nog even van de gelegenheid gebruikmaken om het bruisende culturele leven in Ganshoren in de schijnwerpers te plaatsen. Ook dat is niet ongepast op een dag als vandaag. We mogen onszelf als Nederlandstalige of Vlaamse Brusselaars, kies zelf maar, ook wel eens bestoefen; zeker op een 11 juliviering.

 

De Nederlandstalige culturele activiteiten die we het afgelopen jaar georganiseerd hebben, waren een schot in de roos. En er ligt nog veel moois in het verschiet.

 

Eén van de blikvangers van het komende culturele seizoen is de tweede editie van het project ‘Rendez-vous in Ganshoren’: een reeks ontmoetingen met bekende en minder bekende Ganshorenaars, met bijzondere aandacht voor ambachten, traditie en gastronomie. Alle informatie daarover leest u in de volgende Ganshoren Info.

 

Daarnaast zal Ganshoren op 16 en 17 september deelnemen aan de Open Monumentendagen. Thema van dit jaar is ‘Natuur in de Stad’. Vanuit La Charnière, waar een tentoonstelling over de Ganshorense estaminets te zien zal zijn, vertrekken diverse geleide wandelingen doorheen het groene hart van onze gemeente.

 

En voor het tweede jaar op rij organiseren we onder de noemer Cine Basilic, een verwijzing naar de vroegere wijkbioscoop op de Keizer Karellaan, samen met De Zeyp drie filmvertoningen in openlucht, prenten van Belgische makelij. Bedoeling is om Ganshorenaars met verschillende achtergronden op een laagdrempelige manier met elkaar te laten kennismaken. Cultuur brengt mensen samen.

Uiteraard zullen wij ook nog trachten te zorgen voor één of andere culturele dagtrip.

 

Beste mensen,

Ik rond af. Op deze feestelijke gebeurtenis het woord mogen voeren, was voor mij een voorrecht.

 

Laten wij er vanavond en de komende dagen nog een mooi feest van maken, een spetterend volksfeest. 11 juli is ónze feestdag, de feestdag van ons allemaal.

 

Ik richt graag nog een woord van dank aan het personeel van de gemeente en van de Zeyp dat zich weer op schitterende wijze heeft ingezet om deze viering mogelijk te maken.

 

Mij rest nu enkel nog de aangename taak u uit te nodigen op de receptie die u wordt aangeboden door het schepencollege. Laat de kurken knallen en de glazen aanrukken!

 

Ik dank u voor uw aandacht en wens u nog een prettige verderzetting.

 

René Coppens

Schepen van Nederlandse Cultuur

---