Nieuws

René Coppens feliciteert de VGC met het Jongerenfonds




A Fonds, beter bekend als het Jongerenfonds, geeft jongeren die in Brussel een creatief project uit de grond willen stampen een duwtje in de rug. De VGC biedt namelijk financiële, logistieke en inhoudelijke ondersteuning bij de concrete uitwerking en realisatie van een artistiek, sportief, sociaal, educatief of cultureel project dat gericht is op de Brusselse jeugd. 

Het belang van dergelijke VGC-initiatieven lijdt geen twijfel. Jonge Brusselaars die gebruik maken van het Jongerenfonds scherpen hun ondernemingszin aan, leren om samen te werken met anderen, verbeteren hun sociale skills en leren met geld omgaan. Ze bouwen een stedelijk netwerk uit, brengen mensen dichter bij elkaar en staan hierdoor ook zelf dichter bij hun stadsgenoten. 

Het Jongerenfonds geeft jonge Brusselaars de kans om zelf het heft in handen te nemen. Het feit dat jongeren een stedelijk project willen opstarten, toont ook de genegenheid van die jongeren ten aanzien van de stad waarin ze wonen en haar inwoners. Jongeren die op eigen initiatief iets willen doen voor en met andere jongeren moeten we dan ook blijven aanmoedigen en ondersteunen. Dergelijke jongeren zijn goud waard. Met beperkte budgettaire middelen, kunnen we Brusselse jongeren het verschil laten maken.

Ik wil het Collegelid dan ook graag feliciteren met de eerste verjaardag van het Jongerenfonds. Er valt immers veel goeds te zeggen over de concrete werking van ervan. De geldende voorwaarden voor jongeren die bij het Jongerenfonds een project willen indienen en aanspraak willen maken op steun, zijn helder omschreven en dus niet voor interpretatie vatbaar. Alle nuttige informatie is daarenboven vlot te vinden op internet. De VGC legt de jongeren die initiatief tonen en bereid zijn engagementen op zich te nemen bovendien zeer weinig restricties op. Weinig drempels en veel vrijheid en vertrouwen zijn noodzakelijk om jongeren hun ding te laten doen en het Jongerenfonds heeft daar zeker rekening mee gehouden. 

Het is ook positief dat het fonds zich vooral richt op jongeren die hun weg naar het ‘reguliere’ verenigingsleven nog niet hebben gevonden. In dat verband vind ik wel belangrijk dat de VGC de individuele jongeren die zij met het Jongerenfonds hebben aangesproken, op termijn - als zijn daar belangstelling voor hebben - doorverwijzen naar of laten kennismaken met bestaande Brusselse verenigingen die beantwoorden aan hun interesses. In die jonge geëngageerde Brusselaars schuilen bovendien potentiële vrijwilligers waar onze grootstad en het verenigingsleven zo naar snakt. 

Voorts ben ik tevreden dat indieners relatief snel te weten komen of het neergelegde project al dan niet wordt gehonoreerd. 

Maar er is ongetwijfeld hier en daar nog verbetering mogelijk. Zo zal het Jongerenfonds nog met enkele kinderziektes kampen, maar ‘we zijn er gelukkig op tijd bij’, om het in medische termen te zeggen. Het Collegelid kondigde in april al een eerste evaluatie aan.