Het hoeft geen betoog dat het bestaan van twee gemeentelijke informatiebladen in Sint-Lambrechts-Woluwe, in het Nederlands en het Frans met verschillende inhouden, ingaat tegen de gecoördineerde taalwetten inzake bestuurszaken uit 1966. Deze taalwetten stipuleren dat in Brussel alle gemeentelijke communicatie naar de burger toe in de twee officiële talen moet gebeuren. De Vaste Commissie voor het Taaltoezicht sprak zich hier, na enkele klachten, al meermaals over uit. Schendingen van de taalwet zijn voor ons geen fait divers. De problemen in verband met de gemeentelijke informatiebladen behoeven een correcte oplossing en een kordate aanpak. 

De minister-president heeft inderdaad in een schriftelijk antwoord geopperd om de Nieuwe Gemeentewet te wijzigen teneinde gemeentelijke commissies op te richten die belast zouden zijn met het taaltoezicht in de desbetreffende gemeenten.

Mevrouw D’haene interpreteert dit alsof het Gewest zijn verantwoordelijkheid om op te treden tegen schendingen van de taalwet van zich af wil schuiven en de verantwoordelijkheid bij de gemeenten legt. 

Ikzelf heb dat initiatief geïnterpreteerd als een bijkomend instrument om de conflicten in verband met taalwetschendingen via overleg op te lossen en zo tot een consensus te komen. Het betreft hier, mijns inziens, juist een bijkomende mogelijkheid om, indien mogelijk, oplossing te vinden. En dat doet geen afbreuk aan de correcte toepassing en naleving van de taalwetgeving, die van openbare orde is. De wet is de wet.

De minister-president blijft ook na de eventuele oprichting van dat nieuwe gemeentelijke orgaan bevoegd voor het toezicht op de gemeenten. Het is mij echter niet altijd duidelijk hoe groot zijn armslag is. Vorige keer werd gealludeerd op het niet goedkeuren van de gemeenterekening, wat deze uitgave betreft. Kan de minister-president verduidelijken in welke mate de taalwetgeving en de overtredingen in Sint-Lambrechts-Woluwe onder zijn bevoegdheden vallen en welke maatregelen hij, krachtens zijn functie, kan treffen? Is er opnieuw met het gemeentebestuur van Sint-Lambrechts-Woluwe rond de tafel gezeten? 

En dan richt ik mij ook graag naar mijn collega van N-VA. Misschien kan u ook de federale minister van Binnenlandse Zaken eens contacteren en hem vragen hoe hij deze zaak zou aanpakken. Op dit federaal departement moeten ze toch over een rijke inventaris van precedenten in deze materie bezitten. Tenzij hijzelf nog zou kunnen optreden, hetgeen ik betwijfel. 

Samengevat, meneer de minister-president, wat is uw precieze bevoegdheid in dezen? Wat heeft u reeds gedaan? Wat gaat u nog doen om een einde te stellen aan dit lamentabele schouwspel? Bedankt om wat meer duidelijkheid te verschaffen. 

---